Artikel 12.
De eigenaars of gebruikers van de
landerijen zijn verpligt, de wegen op de
dijken of in den polder, voor of achter
hunne landerijen gelegen, alsmede die
parken waarvan het onderhoud
volgens de verdeeling van den Jare
1811 ten laste hunner landerijen is
gebragt, behoorlijk te effenen en te
slechten de wielslagen en gaten te
vullen en daartoe zooden moeten
steken van den binnenkant der wegen
en niet van den buitenkant, welke
zooden met de graszijde naar onderen
gelegd moeten worden.
Artikel 25.
Ter wering der nadeelen welke door
losloopend vee aan des polders dijken
en wegen worden toegebragt, zullen de
timmerbazen, de molenaars of wie nog
meer daartoe eene speciale autorisatie
van Dijkgraaf en Heemraden hebben
verkregen bevoegd zijn, elk stuk vee
dat los, of zonder opzigt, aan de dijken
of wegen gevonden wordtop te
vangen en naar het meest na bij
gelegen- schuthok te brengen.
De eigenaars, het vee terug
vragende, zullen vooraf als boete
moeten voldoen:
Voor elk paard, koe of bulf 2,50
Voor ieder varkenf 1,50
Voor ieder kalf, schaap of lam f 0,50
Bij aldien eenig stuk vee den
schutter ontweldigd ontjaagd of
buiten deszelfs toestemming uit het
schuthok gehaald wordt, zal de dader
met het dubbel der voormelde boeten
gestraft worden; onverminderd de
vervolgingen welke ter dier zake, uit
krachte der algemeene strafwetten
kunnen ingesteld worden.
Wanneer binnen 24 uren het stuk vee
niet terug gevorderd wordt, zal de
schutter in des-zelfs onderhoud
voorzien en daarvoor per dag genieten
het halve schutloon, door den eigenaar,
bij de terugvordering te voldoen.
Binnen eene week niet afgehaald
zijnde zal de schutter, na authorisatie
van den Dijkgraaf, of dien deszelfs
plaats vervangt, het geschutte vee, door
een bevoegd ambtenaar in het
openbaar doen verkoopen.
De opbrengst zal in polders kas gestort
worden, doch na aftrek der boeten en
kosten ten allen tijde door den
eigenaar kunnen worden terug
gevorderd.
Een snelheid van minder dan 2 km per uur
betekent 'weidend'
In het keurboek van 1941 een mooie
definitie van weidend vee en de oplossing
voor loslopende eenden was nog simpel,
gewoon verboden.
Artikel 19
Onverminderd het bepaalde bij het
Wegenreglement Noordholland is het
verboden veel te laten weiden op de
voor publieken dienst bestemde, bij het
waterschap in beheer zijnde, gronden.
Voor de toepassing van het gestelde bij
het eerste lid wordt geacht weidende te
zijn het vee, dat:
a. zonder geleide op de in het eerste lid
bedoelde gronden wordt aangetroffen;
b. langs de wegen wordt gedreven met
een snelheid van minder dan 2 km per
uur.
Het is voorts verboden in het tijdvak
van 1 Juni tot 1 September tusschen 5
en 20 uur eenden en zwanen los te
laten verblijven in de wateren of op de
landerijen, dijken, kaden of wegen,
welke aan het waterschap behooren of
waarover door Dijkgraaf en
Heemraden schouw wordt gedreven.
142