Hoogheemraadschap Hollands Noorder
kwartier geretourneerd. Het nieuwe
hoogheemraadschap is namelijk via Het
Lange Rond de rechtsopvolger van de
Schermerpolder. Een en ander vormt een
dubbel gelukkige afloop omdat de Scher-
meer anno 2008 precies 375 jaar bestaat
en de bodebus dus precies op tijd voor
het nieuwe jubileum weer beschikbaar
is. Het kostbare stuk wordt nu gekoes
terd in een vitrine in de museale ruimte
van het hoogheemraadschap in het kan
toor te Edam.
De bodebus van de Schermmeer, stadskeur
Alkmaar, jaarletter S (1802),
meesterteken GIR (Gerrtit Jacob Roghair).
Foto C. de Gooijer.
Johan Schilstra was ook de eerste die
onderzoek naar de bodebus van de
Schermeer deed. Hij vermeldt dat de bus
werd gemaakt door Roghair, dat De Vis
ser de afbeelding van het polderwapen in
het medaillon schilderde en bode Barend
Dirk van Dam de eerste drager was. Wie
waren die Roghair en De Visser? Wat
deed bode Van Dam precies voor werk?
En nog belangrijker: valt er iets meer te
zeggen over de redenen van het polder
bestuur om een dergelijk kostbaar klei
nood aan te schaffen? Hierbij komt dat
'Hollands Noorderkwartier' nog drie bo
debussen van Roghair in zijn collectie
heeft, namelijk van het Hoogheemraad
schap van de Hondsbossche, de Egmon-
dermeer en de Zijpe en Hazepolder uit
respectievelijk 1801, 1804 en 1807. Is er
een verband tussen het viertal bussen
van Roghair aanwijsbaar? Het weer bo
ven water komen van de door velen in de
Schermeer deerlijk gemiste bodebus was
aanleiding om dieper op de vragen rond
dit fraaie stukje polderantiek in te gaan.
Roghair, De Visser en de Schermeer
Johan Schilstra had het bij het rechte
einde toen hij Roghair als maker noem
de. In de achterzijde van de bodebus is
namelijk diens meesterteken GIR inge
slagen samen met het merk van Alk
maar en de jaarletter S voor 1802. GIR
staat voor Gerrit Jacob Roghair. Hij
werd in 1765 te Rhenen geboren. Waar
en hoe hij zijn vak heeft geleerd weten
we niet, maar in ieder geval vestigde hij
zich in 1797 als volleerd zilver- en goud
smid in Alkmaar. Op 7 februari van dat
jaar werd hij toegelaten tot het Alkmaar-
se edelsmidsgilde. Dezelfde dag kocht hij
van een collega-zilversmid een huis aan
de Houttil. Vijf maanden later, op 2 juli
1797, huwde Roghair met Cornelia van
Fokkenberg (geboren 1776). Zij was een
136