dichten, de ring dus te sluiten en te begin nen met malen. Dit ondanks het feit dat er nog protesten aangaande de afwate ring waren, met name in noordelijke richting. Hoofdingelanden van de Zijpe vonden dat zij zelf alles en anderen niets over hun Jacob Claessesluis te zeggen hadden. De Schermer mocht de sluis wel vernieuwen, maar er mocht te zijner tijd alleen gebruik van gemaakt worden als 'de zee geen water en treckt' en dan ook alleen nog maar op een bepaald peil.18 De feitelijke afsluiting van het laatste gat in de ringdijk vond op 20 juni 1634 plaats.19 Ondertussen is 1635 aangebroken. Veel werk werd er nog verricht aan het nu drooggevallen gebied, nadat in mei 1634 het werk nog een keer door Uitwateren- de Sluizen stilgelegd was omdat niet aan de uitwateringsvoorwaarden voldaan was. De zaak werd toen gesust en de mo lens mochten weer malen. In diezelfde maand werden de Noorder- en Zuider vaart de binnenboezem- uitgebaggerd en daarna de Laanvaart, de wegsloten langs de Noorder- en Zuidervaart, de mo lentochten, de tochten en de kavelsloten. In juni 1635 werden wegen aanbesteed.20 Op 19 juni 1635 de grote dag: op een algemene bijeenkomst van de hoofdinge landen werd besloten dat de kavels afge stoken konden worden. Totaal 5397 mor gen 528 roeden21 werd verdeeld in stuk ken van 15 morgen. In de herfst van 1635 was men toe aan het egaliseren van de gronden en het plaatsen van de on dermolens - streng op de goede plaats, 80 voet van de weg. 14 onderafdelingen of kleine polders kwamen tot stand met een eigen molen die het water opvoerde naar de twee vaarten, de binnenboezem, van waaruit het water in drie gangen naar de Schermerboezem werd afge voerd.22 Prachtig is de terloopse opmerking in de notulen dat de 'keten' getolereerd worden zolang de verkaveling nog niet heeft plaats gevonden. Die keten waren de verblijfplaatsen van de werkbazen met hun personeel en in die keten werd accijnsvrijdom op bier genoten en op die plekken konden 'zoetelaars' - een zoete laar is oorspronkelijk een marketentster een vrouw die vroeger allerlei dingen verkocht aan de soldaten van huurlegers-, hun waren slijten. In 1634 waren er 44 van zulke keten en twee huizen waar 'de neeringe van biertappen' werd uitgeoe fend. Langs de Noordervaart werden twee keten geplaatst, één ervan - de 'Uijtrechtse keet'- leeft nog voort in het huidige 'Schermer Wapen'. Natuurlijk moest er een wapen komen voor de gezegelde brieven ten behoeve van de transacties van onroerende goe deren. Op 13 november 1636 werd door het Hof het wapen vastgesteld. 'Schermeer's Beschermer': op groen een engel met in de rechterhand een zwaard en in de linkerhand een schild in blauwe kleur, met daarop een gouden molen. De engel is ter herinnering aan de patroon van de oude parochie Schermer, St. Michaël.23 Het zegel van de Schermer. Uit: J. Belonje, De Schermeer, 1633-1933. 126

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2008 | | pagina 10