UIT DE PEN VAN...
MEVROUW H.R. OOSTEROP-VAN LEUSSEN,
BURGEMEESTER VAN GRAFT-DE RIJP
Enkele jaren geleden kreeg ik een telefoontje
van ene meneer Romijn. Hij meldde dat
hij graag langs wilde komen om mij iets
te overhandigen. Hij lichtte alvast een
tipje van de sluier op door te vertellen dat
het om een ambtsketen zou gaan.
Toen hij eenmaal bij mij was vertelde hij
dat hij de kleinzoon van burgemeester
P.A. Romijn was en in het bezit was van
de ambtsketen van zijn grootvader. Ver
baasd vroeg ik hem hoe dat toch waarde
volle kleinood in zijn bezit was gekomen,
omdat naar mijn mening een ambtsketen
geen persoonlijk, maar gemeentelijk ei
gendom is. Het bleek gewoon van vader
op zoon te zijn doorgegeven.
In het Regionaal Archief van Alkmaar
deed ik navraag en al snel bleek dat in
die tijd (begin jaren 1900) een keten per
soonlijk door een burgemeester werd
aangeschaft en dus ook persoonlijk bezit
bleef. Het dragen van de ambtsketen
vindt zijn grondslag in een Koninklijk
Besluit dat stamt uit 1852. Kern daar
van is dat de burgemeester de ambtske
ten draagt als hij de raadsvergaderingen
voorzit en dat hij voorts over een ruime
"discretionaire bevoegdheid" beschikt als
het gaat om plechtige gelegenheden
waarbij hij namens de gemeente opkomt.
In het Koninklijk Besluit staat verder
vermeld dat de burgemeester de
"onderscheidingsteekenen" draagt, wan-
110
Museum