De Hondsbossche Zeewering met basaltglooiing. Uit: 'De Hondsbossche', J. J. Schilstra.
allerlei woelingen en extra stromingen in
zee met nadelige gevolgen. Het Hoog
heemraadschap heeft al heel veel gedaan
aan verdere versterking en gaat daar
mee onverminderd voort, daarbij ook de
andere zwakke plekken aanpakkend.
Na het laten zien van de kaart van
Beeldsnijder, uit ongeveer 1570, be
schreef de spreker de situatie in centraal
Noord-Holland, het gebied van wat later
de Schermerboezem werd genoemd.
In de tweede helft van de 16e eeuw
werden de laatste twee plekken waar het
binnenwater in open verbinding stond
met de zee, bij Edam en de Krommenije,
met sluizen afgesloten. Het gevolg was
het ontstaan van een enorme waterber
ging, de Schermerboezem, waarop het
land zijn overtollig water loosde. Voordat
de grote meren werden drooggelegd be
staande uit die grote meren. Na de
droogmaking werd de situatie voor de
beherende instantie veel moeilijker. Van
de 18000 hectare water, de oorspronkelij
ke omvang van de boezem, bleef 1700
hectare over. De strijd tussen de oude en
106