nacht van 18 op 19 november 1421 brak
tijdens de Sint Elizabethsvloed de dui
nenrij door. Het gevolg was dat het dorp
je Petten in de golven verdween en dat
het kerkje instortte. Vier honderd mensen
waren daarin voor het water gevlucht.
Prachtig was het verhaal dat Diederik
Aten over Jan van Sprucen vertelde. De
schout van Bergen, die een dag na de
ramp langs de dijkjes in de buurt ging,
vond een houten kistje met de gewijde
voorwerpen ui de Pettense kerk. De pas
toor van Petten nuttigde in de kerk van
Bergen, waar het kistje naar toe was ge
bracht, de hosties die in een ivoren doos
je in het kistje zaten. En hij goot het zee
water, dat in het kistje gedrongen was,
in een schaal. Een half jaar later bleek
het water verdwenen te zijn en in plaats
daarvan was er laagje rood stof te zien.
Het Zuiderzeegebied en Noord-Holland 1350 na Chr.
Uit: 'De Mijzenpolder. Duizend jaar veen en water', D. Mantel.
104