wel met elkaar eens dat het economi
scher was als de beheerders dicht bij hun
werk zouden wonen. De secretaris zou
onderzoek doen naar een dubbele houten
bungalow met kantoor want de hutten-
baas wilde ondertussen ook dichterbij
wonen. Er was voldoende bouwgrond en
de woningen zouden zonder verdere
voorzieningen ongeveer ƒ13.000,00 per
stuk gaan kosten. Er werd voor twee wo
ningen offerte aangevraagd bij de Fa.
Boffen te Mill die met een prijs kwam
van ƒ24.750,00. Met de fundering en
andere bijwerken dacht men tussen de
ƒ35.000,00 en ƒ36.000,00 kwijt te zijn.
Men vond het aannemelijk en besloot in
de bestuursvergadering van 24 april 1964
met het project door te gaan. Nadien
werd het stil en werd er in de notulen
niet meer gerept over deze woningbouw
en getuige de feiten is ook nooit tot bouw
overgegaan.
Wel ging het plan door van een open
preparatieloods dat als sluitstuk tegen
de zuidzijde van de laatste hal zou wor
den gebouwd. Bij het voornemen van de
laatste nieuwbouw, juli 1963, was al ge
opperd om een trekloods als afluiving
meteen erbij te bouwen. In de aanvraag
voor de preparatieloods van Architecten
bureau Oudejans-Kuijt voor een bouw
vergunning van 17 februari 1964 moest
het een open trekloods worden voor het
prepareren van plantsjalotten, uien,
bloembollen enz. De aanvraag was verge
zeld van een tekening, een begroting van
9.962,82 en de technische omschrijving
met een nota van wijzigingen waarin het
grond- en straatwerk was geschrapt.
Kennelijk hebben de tuinders deze leve
ring en werkzaamheden zelf uitgevoerd.
Op voorhand werd maart 1964 overge
gaan tot een bestraat huttenpad dat door
Woestenburg voor ƒ9.000.00 werd aange
legd. Het gemak van de bestrating voor
de bouw van de loods liet nog even op
zich wachten want eind 1965 wordt we
gens het ongunstige boekjaar 64/65 be
sloten de geplande trekloods niet te bou
wen. Doch de huttenbaas wilde onderdak
voor de twee kookketels zodat het be
stuur toch besloot een afdak van 6x8
meter. Het werd een open loods bestaan
de uit een houtconstructie en afgedekt
met asbestcementen golfplaten. Het
houtskelet steunde enerzijds op de be
staande hal en anderzijds op een beton
nen funderingsbalk welke weer gefun
deerd was op "inlandse verse gave heipa
len" van 6 meter lang. De bouwvergun
ning werd niet gevonden maar het is wel
gebouwd. De loods werd na realisatie
vooral gebruikt voor het prepareren van
sjalotten, narcissen, krokussen en lelie's.
Teloorgang
In 1955 werd statutair vastgelegd dat
ieder lid verplicht was, alle, door hem
voor verkoop gestelde aardappelen, in
coöperatief verband via de Coöp ABC
G.A. te Graft af te zetten. Dat wekte al
beroering en men vreesde dat leden zou
den uittreden. Er werd over gestemd en
van 196 stemmen waren er reeds 41 te
gen. Het was niet meer zo eensgezind en
het begon op den duur te wrijven omdat
verschillende telers beschikte over eigen
ruimten voor opslag en over eigen men
sen die de producten konden verwerken.
Bovendien werden er al meer van derge
lijke bouwsels voor dit doel opgetrokken
en kwam men steeds verder los van het
coöperatieve gevoel. Het werd in 1953
ingezet toen de heer Zaal een huis met
bewaarplaats ging bouwen. Er diende
zich andere producten aan welke in de
hutten verwerkt en opgeslagen konden
worden waardoor deze hun nut bleven
bewijzen. Toch meende men te weinig
ruimte te hebben omdat de sjalotten al
niet meer in de werkruimte konden wor
den klaargemaakt.
99