traden op als architect op voor de laatste grote hal. Het productaanbod was inmid dels veranderd want nu heette het op tekening een luchtgekoelde bewaar plaats voor plantsjalotten (237 m2), bloembollen (400 m2) en aardappelen (237 m2). De gemakkelijke tijd van Fien de Jong was voorbij en de andere aanpak van gemeentearchitect Jan Bulsink deed zijn intrede. Met hem was er meer nodig om tot een volledige aanvraag voor een bouwvergunning te geraken. Naast de tekening werd nu ook een bestek met voorwaarden uitgetypt alsook een begro ting van bouwkosten opgemaakt. Voor noemde stukken waren gedateerd juli 1963 en na de vakanties werd op 12 au gustus de bouwvergunning aangevraagd. Op 29 augustus tekende Bulsink voor akkoord en op 25 september burgemees ter en wethouders van Graft. Gedepu teerde Staten besloot op 29 oktober het plan goed te keuren waarna de bouwver gunning kon worden verleend. Toch nog snel gezien de afgifte van een vergun ning problematisch lag omdat sinds 1956 een 'plan van uitbreiding-in-hoofdzaak' voor de gemeente was vastgesteld waar in alleen maar kleine agrarische bedrijfs- gebouwtjes werden geduld. Voor het pro bleem is het bureau Bouw en Huisves ting met de burgemeester, de gemeente architect, de architect en de aannemer bij de provincie langs geweest en binnen 2 x 24 uur was er toch een vergunning. De leges bedroeg ƒ345,00, op basis van een geraamde bouwsom van ƒ99.854,00. Aannemer Oudejans kwam 17 december 1963 met een hogere begroting van ƒ108.200,00. De kosten zouden worden bekeken en teruggebracht, maar met hoeveel, kon niet worden teruggevonden. Er vond dus geen aanbesteding plaats en de klus werd ondershands opgedragen aan de Fa. N. Oudejans Zn. uit De Rijp. Zoon Manus Oudejans werd de trekker van het werk en moest alle zeilen bijzetten om een voor hem zo'n groot werk te kunnen mannen en bemannen. In juni 1964 zei men dat de nieuwe hut bijna klaar was en nog alleen enkele werkzaamheden moesten worden ver richt, echter nu ook weer geen melding van oplevering en opening. De hal was niet in alle opzichten gelijk aan de vori ge. De wanden, waartegen de aardappe len e.d. zouden worden gestort, werden nu tot 2,5 meter hoogte gemaakt van ge wapend metselwerk bestaande uit kera mische holle bakstenen welke konden worden opgemetseld met wapeningssta ven in iedere laag. De stalen spanten verschilde ook met de vorige hal en be stonden nu uit zogenaamde 'vakwerk spanten' Tussen de eerste grote hal en de nieuwe hal werd een doorgang van 1,6 x 2 meter gemaakt ten koste van twee boxen. Tenslotte werd de beschoeiing aan de achterzijde doorgetrokken en de wegen aan de achter- en voorzijde even eens. J.C. van Straaten deed nu de in stallaties voor 6.289,50. De zuidkant bleef onafgewerkt in afwachting van een geplande trekloods die in juni 1965 nog niet verantwoord werd geacht. Verdere uitbreidingen De secretaris/zaakvoerder speelde maart 1964 met het plan, naar ontwerp van Ar chitectenbureau Oudejans-Kuijt, om on der een groot dakkapel (8x23m) op een grote hut een dakwoning en kantoor te maken bestemt voor de secretaris van de vereniging en diens gezin. De woning 185 m2 en kantoor 35 m2 waren als een blok boven het plafond van de hal gepro jecteerd en werd ontsloten door een lan ge open galerij boven het dak, verbonden met een buitentrap naar de begane grond. Het plan is niet doorgegaan om dat het bestuur de kosten te hoog vond. Het bestuur en leden waren het echter 98

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2008 | | pagina 42