Op 15 juni 1965 neemt de secretaris en
zaakvoerder Jan Woestenburg ontslag en
in zijn plaats werd Klaas Klijn zaakvoer
der met J. Roelofsen Nz als zijn assis
tent. De A.B.C. draaide in 1965 weer met
verlies waardoor de bewaarvergoedingen
omhoog gingen. Het jaar daarop moesten
geschonken aandelen de verliezen goed
maken. Niet helemaal want in februari
1967 was volgens de zaakvoerder de
bloembollenschuld nog ƒ7.000,00. Lang
zaam krabbelt men weer terug want op
26 november 1971 werd in de algemene
vergadering gemeld dat sinds 4a 5 jaar
een winst was geboekt van ƒ3.000,00. De
winsten van de jaren daarna waren wis
selend van ƒ6.606,66 in 1972 tot ƒ897,43
in 1975. In 1972 de bestuursvergadering
werd genotuleerd "de stijgende lijn con
staterend zijn wij wel wat groos op ons
eigen", In 1975 had de A.B.C. nog 20 le
den die een bedrijf uitoefenden.
Tweede uitbreiding
Maart 1962 werd al een uitbreiding ter
sprake gebracht van 360 m2, aanvanke
lijk bedoeld als stook- en bewaarmoge-
lijkheid van bollen. Volgens de secretaris
was de uitbreiding noodzakelijk omdat
40% van de leden in de plantsjalotten-
teelt zat en de narcissen- en tulpenteelt
sterk in opkomst was. In de bestuursver
gadering van 15 maartl963 kwam het
weer aan de orde en werd aangedrongen
op uitbreiding voor het grote areaal sja
lotten, preparatie van sjalotten en bewa
ring van tulpen. Hut A werd bestemd
voor sjalotten en moest een betonvloer
krijgen en een verwarmingselement in
de koker, in afwachting van nieuwbouw.
In de bestuursvergadering van 5 juli
1963 werd besloten tot nieuwbouw, qua
opzet en afmetingen gelijk aan de eerste
grote hut die in 1956 was gebouwd. Voor
jaar 1962 overleed architect Oudejans en
werd het bureau voortgezet door zijn
medewerker Jan Kuijt onder de naam
architectenbureau Oudejans-Kuijt. Zij
Een overzicht van de opeenvolgende uitbreidingen.
97