houten roosters waardoor lucht kon wor
den toegevoerd om de aardappelen te
ventileren. Boven het middenpad was
een ventilatiekanaal gemaakt die lucht
met ventilatoren geforceerd naar buiten
kon afzuigen. De 'hutten' waren kosten
bewust ontworpen, ze waren niet hoger
en groter dan nodig en met eenvoudige
materialen zodat de architectenbegroting
niet hoger kwam dan ƒ94.594,00. Met de
bijkomende kosten kwamen de totale
bouwkosten op ƒ110.000,00; de opstallen
werden voor ƒ80.000,00 verzekerd.
De bouw van de lage hutten
Na veel financiële verwikkelingen werd
tenslotte de Coöperatieve Boerenleen
bank in De Rijp bereid gevonden een le
ning aan te bieden ter hoogte van de to
tale bouwkosten. Reeds op 1 mei 1950,
vóór de oprichtingsvergadering en zon
der officiële leden, vond de aanbesteding
plaats en maar liefst 49 inschrijvers
meldden zich aan. Het werk werd voor
ƒ97.980,00 gegund aan de laagste in
schrijver het Bouwbedrijf N.V. Kuin
Zonen uit Opmeer, een aannemersbedrijf
wat bestond uit vader Kuin en zes van
z'n acht zonen. Anders dan nu maakte de
architect daarna op 3 mei 1950 pas de
aanvraag voor een bouwvergunning
klaar welke op 8 mei bij de gemeente
binnenkwam. In de aanvraag waren
de bouwkosten opgegeven als zijnde
ƒ80.000,00, kennelijk bedoeld om de
legeskosten te drukken. Vreemd, als je
bedenkt dat de werkelijke hogere bouw
som bekend was en zelfs openbaar was
aanbesteed.
Reeds op 12 mei besloten burgemees
ter en wethouders van Graft vergunning
te verlenen, de leges bedroeg ƒ150,00.
Zo'n snelle vergunning is heden ten dage
ondenkbaar. Enige dagen na de aanbe
steding werd een begin gemaakt met de
bouw. Jan Nibbering werd belast met
het toezicht tijdens de bouw en zijn
broer, de toekomstige beheerder, Henk
Nibbering volgde de bouw met het ne
men van foto's. De gebroeders Jan en
Roel Kuin waren belast met de leiding
van de bouw. Roel deed de onderhande
lingen als uitvoerder en zijn jongere
broer Jan stond hem bij als hulpuitvoer
der. Het was een flink klusje voor het
bedrijf want op de top werkten daar 40
tot 50 mensen. Bij de start van het werk
waren ook de leden van de coöperatie ac
tief met de aanleg van het pad naar de
hutten. Naar men zegt is daarvoor het
puin van de oude Doopsgezinde kerk van
De Rijp en dat van de Nederlands Her
vormde kerk van Graft gebruikt. Leden
van ABC hadden zich verhuurd aan de
Fa. Kuin en hielpen bij het uitgraven
van de fundering, betonstorten, opperen
en andere hulpwerkzaamheden.
De bouw begon met het heien van de
440 houten palen van 6 meter lang en
daarna de ontgravingen voor de funde-
ringsbalken en de vloergoten. De opbouw
bestond uit een houten frame aan de bin
nen- en buitenzijde ommetselt met
spouwmuren van baksteen. De binnen
zijden werden beklampt met Rudi ste
nen, dit waren stenen gemaakt van kurk
-cementmengsel voor extra isolatie. Het
dak bestond uit 50 mm Mevriet platen,
gemaakt van een stro/riet-cement -
mengsel eveneens als isolatie. De daken
werden met mastiek en rode panslag af
gewerkt. De werkruimte in het midden
kreeg alleen maar dakhout onder het
mastiek en bevatte bovendien een licht-
kap van 75 m2.
Op vrijdag 9 juni 1950 was het werk
zover dat om 11.30 uur een eerste steen
legging op de hoek van de eerste hut kon
plaatsvinden. Alles werd tijdens een
aparte ceremonie ook nog eens rijkelijk
besprenkeld met wijwater van pastoor
C. Holtkamp.
89