De bouwtekeningen van de lage hutten Ontwerp lage hutten Toen de grond geen probleem meer vormde gaf de Tuinders Combinatie ar chitect N.H. Oudejans aan de Beemster- burgwal 13 te Purmerend de opdracht om het voorstel van de commissie van onderzoek gestalte te geven. Na een pei ling onder de tuinders bleek dat er be hoefte bestond aan opslagruimte met een inhoud van 102 treinwagons. Met de ar chitect en de voorlichtingsdienst van de LTB besprak de commissie de mogelijk heden en moeilijkheden hetgeen in april 1950 resulteerde in een ontwerp van een functioneel gebouw van 1.535 vierkante meter. Op 5 april 1950 werden alle LTB-leden opgeroepen voor een algemene vergade ring. Het plan liet een complex zien van vijf lange lage hallen, in de lengte oost west gesitueerd. De noodzaak en de be doelingen werden nog eens duidelijk uit een gezet, terwijl ook de broodnodige fi nanciën werden belicht. De hal in het midden bevatte de werkruimte waarin het kantoortje was geprojecteerd. De vloer van de werkruimte zou worden be legd met betontegels met aan de voor- en achterzijde grote schuifdeuren. De ande re vier hallen waren bedoeld voor de ei genlijke opslag, zonder ramen en elektra zodat geen licht kon doordringen om zo doende het groen worden van de aardap pelen te voorkomen. De hallen ten noor den van de werkruimte werden aange duid als hut A en -B. ten zuiden van de werkruimte als hut C en -D. De hallen waren vanaf de werkruimte centraal, dwars doorverbonden met een betonnen pad van 2,5 meter breed en per hal af sluitbaar door middel van deuren. De opslaghallen hadden ook in de voor- en achtergevel buitendeuren waarachter een betonnen middenpad van 1,4 meter breed. Aan weerszijden van het pad kon den op de lemen vloer houten boxen van 4,1 x 5 meter worden gemaakt van hou ten planken in vaste houten staanders die ook het dak droegen. Dit was nodig omdat door het bij elkaar brengen van aardappelen gevaar voor besmetting ont stond. Men ging daar dus niet aan voor bij en dacht zelfs aan het gebruik van blauwzuurgas, maar de oplossing werd gevonden in de tussenrekken van opge stapelde planken. De deuren naar de op slag waren slechts 1 meter breed omdat destijds de aardappelen werden gerooid en vervoerd in kistjes van 25 kilo en zo doende breed genoeg voor een 4-wielige wagentje met 12 kisten erop, alles met handkracht wel te verstaan. Onder de boxen liepen twee betonnen goten met 88

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2008 | | pagina 32