nu bijvoorbeeld een zware ankertros, op gebouwd uit drie strengen van elk zes tien garens, moest worden gemaakt, ging men als volgt te werk. Van de haspels wikkelde men drie keer zestien garens af. Men leidde elke bundel van zestien garens door een van de drie gaten in een dikke houten plank (een registerbord), die in de opening van het baanhuis hing. Vervolgens maakte men het uiteinde van elke bundel vast aan een draaibare haak, die boven op een slee was beves tigd. Aan de andere kant van de slee was een lange lijn bevestigd, die naar de paardenmolen liep. In die molen, een achthoekig gebouwtje, begon het paard zijn rondjes te lopen op een verhoogde vloer. De spil, die het paard daarbij rond draaide, stak door de vloer van de molen naar beneden. Daar was de hiervoor al genoemde lijn aan de spil bevestigd. Door het draaien van de spil werd de slee langzaam van het baanhuis naar de paardenmolen getrokken. Een paar man nen op de slee draaiden intussen de drie haken met de daaraan bevestigde, steeds langer wordende strengen rond. Het paard moest zo al rondjes draaiend de krachten opbrengen, die nodig waren om de garenbundels door de nauwe gaten te trekken, de strengen op spanning te hou den en het op zich steeds zwaarder wor dende touw (een tros kon honderden kilo's zwaar zijn) en de slee met de man nen erop naar zich toe te trekken. In de volgende fase werden de zo vervaardigde strengen vervolgens om elkaar heen ge draaid tot een tros. Tenslotte werden de einden afgewerkt waarna de tros -per schuit of met paard en wagen- afgele verd kon worden. Hoe lang de beide lijnbanen van een paardenmolen gebruik hebben gemaakt is niet duidelijk. Voor zowel 'De Poel' als 'De Vrede' beschikken we alleen maar over vermeldingen uit de nadagen van hun bestaan, respectievelijk uit 1901 en 1894.27 Ook zijn mij maar twee afbeel dingen van deze paardenmolens bekend, waarvan er eigenlijk maar een bruikbaar is (afbeelding 10). D'aarnaast is er een kadastraal kaartje waarop een Grafter lijnbaan met de achtkante grondvorm van de paardenmolen te zien is.28 Terwijl Nederland nog rijk is aan wind molens, zijn er in ons land bij mijn weten zelfs geen restanten meer van de paar denmolens, die vroeger bij menige grote lijnbaan moeten hebben gestaan. 10 - Afbeelding van een bij een lijnbaan horende paardenmolen op een door Willem Spaarman rond 1900 beschilderde slee van de Rijper familie Admiraal (collectie Museum In 't Houten Huis; foto Cees de Gooijer). 76

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2008 | | pagina 20