BOEKBESPREKING
Florike Egmond. Het visboek; de wereld
volgens Adriaen Coenen (1514-1587).
Zutphen. Uitgeverij Walburg Pers. 2005.
ISBN 90.5730.358.2
Ruim vierhonderd jaar geleden werkte
een Hollandse visserszoon aan wat nu
een topstuk is in de collectie van de Ko
ninklijke Bibliotheek in Den Haag en
bijna vierhonderd jaar lang is hij een on
bekende gebleven: de scheveninger
Adriaen Coenensz van Schilperoort. Hij
vervaardigde tussen 1577 en 1581 zijn
'Visboeck', een handgeschreven encyclo
pedie over al wat in de zeeën spartelde
en zwom. En dat was in de wereld van
Coenen heel veel. Het prachtige boek zelf
is met de hand geschreven en inge
kleurd. Het telt maar liefst 412 bladen.
De pagina's zijn prachtig en rijk qua
compositie. Adriaen was niet alleen een
liefhebber van de zeedieren, maar ook
een magistraal illustrator. Hij kon heel
goed tekenen. Elke bladzijde is mooi ver
deeld en vaak voorzien van voor die tijd
artistieke en karakteristieke omlijstin
gen (cartouches). Daarbij schrijft hij in
een open 16e eeuws schrift dat voor
iedereen na enige oefening
goed leesbaar is. De auteur
schrijft vlot en is dol op anek
dotes. Het grootse boek is er
rijk van voorzien.
Het boek (dat enkele jaren
zorgvuldig werd gerestau
reerd) wordt drie maanden
per jaar ten toon gesteld in de
KB. Tijdens de restauratie is
het boek gedigitaliseerd en de
KB heeft het in zijn geheel op
internet gezet (www.kb.nl/
visboek). Daar kunt u de 412
bladen (meestal tweezijdig!)
pagina voor pagina tot in de
details bekijken. Het door dr
Florike Egmond geschreven
boek geeft een uitgebreide
analyse van het Visboeck.
Mevrouw Egmond plaatst Coenen in
zijn tijd. Ze analyseert zijn wereldbeeld,
zijn denkwijze en zijn kijk op de zeedie
ren. In het boek komen heel wat al dan
niet bestaande zeemonsters voor. Vaak
vertelt hij dat hij de monsters niet zelf
heeft gezien. Het boek wordt ook door
exotische mensen bevolkt: van eskimo's
tot egyptenaren.
Het meest direct zijn de verhaaltjes
over zichzelf waarin hij bijvoorbeeld ver
telt over het uithalen van vogelnestjes in
de duinen of het tevergeefs opvoeden van
kuikens van bergeenden of het spelen
met lieveheerbeestjes die hij 'ons lieve
vrouwe haankes' noemt.
Tip: raadpleeg de site met de 412 (x2!)
bladen op internet en als u geboeid
wordt door de materie, raadpleeg het
zeer onderhoudend geschreven boek van
Mevrouw Egmond. De extra informatie
die zij geeft is meer dan interessant: ze
vertelt bijvoorbeeld dat het papier van
het visboeck afkomstig is uit Frankrijk.
Daar kwam in de 16e en 17e eeuw bijna
al het papier vandaan. Maar zij schrijft
dat het watermerk de fabrikeur prijs
geeft: Nicolas Lebé uit Troyes. Leuk om
te weten boeiend om te lezen.
Kom maar lezen in ons museum.
52