te waarschuwen. Vervolgens gingen zij
naar de brandspuit en daar hoorden zij
waar het brandadres was.
Later werd de inductor vervangen
door een transformator zodat de com
mandant of zijn vrouw niet meer aan een
wiel hoefden te draaien maar eenvoudig
een knop konden indrukken om de wek-
schellen te activeren. De opvolger van
commandant Humer, de heer G. de Jong,
gaf de lokale elektricien en brandweer-
vrijwilliger J.C. van Straaten opdracht
hiertoe. Van Straaten installeerde deze
niet alleen bij de commandant en de on
dercommandant, maar stiekem ook bij
zich zelf thuis. Hij was van mening dat
men op meerdere adressen de wekschel-
len moest kunnen activeren. Een voor
uitziende blik.
Uit correspondentie tussen comman
dant G. de Jong en de heer van Straaten
blijkt dat in 1946 niet ieder lid van de
brandweer een brandschel in huis had.
Voorgesteld werd om brandschellen van
de brandweer Beemster over te nemen.
De brandweer Beemster was kort daar
voor overgegaan op een aansluiting op
het elektra net.
Dat het kabelnetwerk van wekschel-
len niet altijd zonder gebreken was,
blijkt uit een brief van 10 november 1961
van commandant G.de Jong aan het col
lege van B&W. Hij verzoekt in zijn brief
per omgaande de bovengrondse leiding
van het brandmeldsysteem met wek-
schellen bij de NH Kerk en bij P. de Wit
te herstellen en het gehele netwerk op
goed functioneren na te zien.
Rond 1965 werden de wekschellen ver
vangen door elektrisch bediende toeters
welke veel meer geluid produceerde als
de oude schellen.
Ook werd er een brandmeldknop aan
gebracht achter een klein venster in de
voorgevel van de brandweerkazerne in
de Rechtestraat nr. 4. Op deze manier
konden de burgers zonder tussenkomst
van de commandant de brandweer alar
meren.
In februari 1970 verscheen er een rap
port van de samenwerkende gemeentelij
ke brandweren in Waterland. In dit rap
port werd gewezen op het feit dat de cen
trale meldpost van de brandweer Oees de
telefoon in de woning van de brandweer
commandant) niet altijd bezet was. Er
werd aangedrongen om te komen tot één
telefoonnummer voor het melden van
brand. Dit nummer moest worden door
geschakeld naar meerdere telefoontoe
stellen, zodat aannemen van de brand
melding gegarandeerd was.
In maart 1973 schrijft de brandraad
van de vrijwillige brandweer in De Rijp
aan het college van B. en W. over een on
verantwoorde en onhoudbare toestand
De brandmelding geschiedde nog steeds
via het telefoonnummer van de comman
dant thuis, met als gevolg dat het hele
gezin hiervoor ingeschakeld werd. Er
werd opdracht verstrekt om 4 telefoon
toestellen op verschillende adressen te
installeren die waren doorgeschakeld op
het brandalarmnummer 1333.
Ik kan me dat nog goed herinneren, bij
ons thuis kregen we ook zo'n telefoon.
Dat was waarschijnlijk omdat er bij ons
altijd wel iemand in huis was vanwege
de bedrijfsactiviteiten van het touring-
carbedrijf en reisbureau aan het Zuidein
de van De Rijp.
Dat was dan ook mijn eerste kennis
making met de brandweer. Zo gebeurde
het dat op een avond omstreeks 1975 de
brandmeldtelefoon ging en ik nam als 17
jarige op. De vrouw aan de andere kant
van de lijn meldde dat er brand was in
de Menningweer te Grootschermer en
dat de brandweer aldaar niet te bereiken
was. Volgens de instructie, die naast de
telefoon hing, moest ik nu de knop in
drukken die de toeters activeerde bij de
brandweervrijwilligers. Dit moest gedu
rende 1 minuut. Daarna moest ik het te
lefoonnummer van de brandweerkazerne
in de Rechtestraat bellen. Daar werd
vervolgens opgenomen door een vrijwilli
ger van de brandweer die inmiddels daar
was aangekomen en kon ik hem vertel
len waar de brand was. Dat het adres in
Grootschermer was verbaasde hem wel
maar dat kon ik snel uitleggen.
44
Museum