UIT DE PEN VAN...
GRAFT-DE RIJP
BRAND! BRAND!
DE VRIJWILLIGE BRANDWEER
Heel vroeger, in de middeleeuwen,
was van een georganiseerde brandbe
strijding geen sprake: de burger werd
slechts verplicht om bij brand alarm te
slaan door luidkeels 'brand!!' te roepen
en 'de handen uit de mouwen te steken'.
In Nederland ontwikkelde de brandweer
zich in de meeste gemeenten op dezelfde
wijze. Op de website van de gemeente
Graft-De Rijp is het een en ander over de
geschiedenis van de brandweer in De
Rijp te lezen. Veel van die geschiedenis
gaat over het materiaal waarmee ge
werkt werd. In dit artikel wil ik vooral
ingaan op de wijze van alarmering bij
brand.
Hoe deze zich ontwikkelde van een
schreeuw om hulp tot het huidige digitale
alarmeringssysteem.
In de vroegere gemeentelijke verorde
ningen was bepaald dat de burger ver
plicht was om bij brand ter plaatse te
verschijnen daar waar "het vuur de per
ken der scoersteenen te buiten was ge
gaan".
De houten klap van de klapwaker is te vinden
in Museum In 't Houten Huis
De klapwaker of de klepperman moest
's nachts over de veiligheid waken, bij
brand klepperde hij met zijn houten klap
en waarschuwde de torenwachter die
vervolgens de grote klok in de toren ging
luiden.
Op de klok in de grote kerk is een
tekst terug te vinden die hiernaar ver
wijst: "Als de kloek gaat, klept luydt of
slaet. Als gij 't hoord, denckt om brands
nood of om de dood en om Gods woordt"
Dat was voor de burgerij het teken dat
zij de handen uit de mouwen moesten
steken.
Men moest zelf brandbestrijdingsmid-
delen meenemen zoals emmers, ketels,
troggen en bijlen.
Op deze wijze werd er nauwelijks
brand bestreden, men trachtte een ver
dere uitbreiding van brand te voorko
men. Met de gebrekkige middelen lukte
dit meestal niet en greep het vuur snel
om zich heen.
Er waren in die tijd niet veel mogelijk
heden om de brand beter te lijf te gaan,
dus besloot keizer Karei V in 1521 dat de
huizen in het vervolg van steen moesten
worden gebouwd om zo brand minder
kans te geven. Dit was echter alleen
weggelegd voor de rijken in die tijd. Er
veranderde dus weinig. Getuigen zijn
grote branden in de 17e eeuw, waaron
der de meest bekende brand in 1654.
In het jaar 1691 ging de gemeente van
De Rijp over tot de aanschaf van twee
brandspuiten van de uitvinder Jan van
der Heiden uit Amsterdam. De spuiten
werden gehuisvest in de huisjes tussen
de steunberen van de Grote Kerk. In
1720 kocht men een derde spuit, deze
stond in een spuithuisje op de hoek Lan-
gebrugspad Rechtestraat.
42
Museum