ontginningen werden uitgevoerd door
ploegen ontginningswerkers, die ook dij
ken bouwden en nieuwe nederzettingen
stichtten. Met zulke ploegen ontginners
werd een 'cope' of contract gesloten,
waarbij allerlei zaken werden geregeld,
zoals de begrenzing van de bannen, de
stichting van kerken en de betaling van
tienden. Die tienden gingen nu dus naar
de graaf en niet meer, zoals in de kerke
lijke periode, naar de kerk of de abdij.
Ook de bepaling van de omvang van de
kavels had de aandacht. Ze maten bij de
parallel-opstrekkende verkaveling veelal
zo'n 95 -110 m. in de breedte en 1000-
1250 m. in de lengte. Op de koppen er
van werden boerderijen gebouwd. Zo ont
stonden hele lintdorpen.
De observatie van historisch geogra
fen dat er aan het einde van de 13e eeuw
grootschalige ontginningen ten behoeve
van de akkerbouw en het waterbeheer
werden uitgevoerd, heeft een heel be
langrijke conclusie mogelijk gemaakt. De
ontginningen werden nodig om de ont
watering te verbeteren. Maar ze hadden
ook grote wateroverlast tot gevolg.
3.3. Typen verkavelingen
Kaptein, die verschillende publicaties
heeft gewijd aan het Schermereiland,
zegt over de verschillende verkavelings
patronen (1988, blz. 20):
"Nog steeds verdelen twee verschillen
de verkavelingspatronen het Schermer
eiland in twee duidelijk van elkaar te
onderscheiden gebieden. In de Burenma-
den, het westelijk en zuidelijk deel van
het eiland, valt een grillig patroon van
blokvormige percelen te constateren. De
Binnenmaden, het oostelijke gebied, ge
legen tussen de hoofddorpen, kent daar
entegen een nogal strak gestructureerde
strokenverkaveling met een afgemeten
slotenstelsel. Beide verkavelingspatro
nen zijn van verschillende data en leve
ren het bewijs dat zich in de middeleeu
wen twee ontginningsfasen hebben voor
gedaan".
3.4. Ontginning van de Eilandspolder
3.4.1Eerste ontginningsfase
Het heeft er, zoals blijkt uit de oorkon
de van 922, veel van weg dat er vanuit
Heiloo in de 10e eeuw al een ontginning
heeft plaatsgevonden en een kerkje werd
gesticht in de Burenmaden. De nederzet
ting waartoe dat kerkje hoorde, lag
waarschijnlijk langs de veenstroom de
Schermer.
In 1063 bestond de nederzetting, die
in de 10e eeuw gesticht was, in elk geval
nog. Hij werd 'Scirmere' genoemd in een
oorkonde uit dat jaar. Het dorp bezat een
kerk of kapel, die een dochterkerk van
Heiloo werd genoemd. Ook in 1115 wordt
het dorp nog genoemd in een oorkonde
waarin een Abt van Egmond een halve
hoeve weiland, te Scirmere gelegen,
'inter duas gribas' (tussen twee sloten),
ruilt tegen elders gelegen land. Het bezit
van de grond door de abdij van Egmond
wijst op kerkelijke aandacht en gezag en
past dus in de kerkelijke periode.
De ontginning op het hoogveen in de
westelijke Eilandspolder in de 10e eeuw
behoorde tot de eerste ontginningsfase.
Heiloo lag ongeveer 8 km van de Buren
maden. De ontginning vond dus niet di
rect vanaf de geestgronden plaats, zoals
te doen gebruikelijk was. Men moest er
waarschijnlijk over de veenstroom de
Schermer per boot komen. De bevol
kingsdruk op de geestgronden en de oude
duinen moet groot genoeg geweest zijn
om dit avontuur aan te gaan.
De nederzetting in de Burenmaden is
na ongeveer 2 eeuwen (rond 1150) weer
verlaten. Om welke reden en wanneer
precies die ontginning weer in de steek is
gelaten, is niet duidelijk. Datema (1988,
blz. 4) zegt daarover: "Veenontginning en
natuurgeweld, veroorzaakten vanaf rond
1150 een sterke erosie. Dit resulteerde in
het ontstaan van plassen en meren. Zo
veranderden onder andere de stroompjes
Schermer en Beemster door inbraken
van het Almere in reusachtige water
vlakten. Het ontgonnen gebied bleef
20