*#-, i
PETTEN
O SCHOORL
HEILOO
A LIMMEN
X VELSEN
OEGSTGEEST
O VOORHOUT
NOORDW IJK
0 5 IO
4 5 O
1. duingronden; 2. grote Westfriese waterscheiding; 3. stroompje; 4. koggegrens
5. moederkerk.
Moederkerken en hun dochterkerken in Kennemerland en
Rijnland. De parochiegrenzen van de moederkerken lijken overeen
te komen met de grenzen van voormalige Friese koggen.
Ontleend aan De Cock, 1965, blz. 68.
2.2.2. Gezag
Kerkelijk gezag (10e tot 12e eeuw)
In de kerk van Egmond lag Sint Adel-
bert (een metgezel van Willibrord) begra
ven. Graaf Dirk I van Holland liet het
gebeente in de 10e eeuw opgraven en
overbrengen naar een nonnenklooster in
Hallum (het tegenwoordige Egmond-
Binnen) dat hij eerder had gesticht. Zijn
zoon Dirk II schonk het
gebeente vervolgens in
975 aan de kerk van een
mannenklooster, dat de
abdij van Egmond werd.
Dirk II en zijn opvolgers
werden er zelf tot in de
1 le eeuw begraven en
schonken veel landgoe
deren aan het klooster.
De abdij van Egmond
werd daardoor heel rijk
en machtig en speelde
als kerkelijke macht
tussen de 10e en de 12e
eeuw een belangrijke rol
in de wijde omgeving.
Ook in West-Friesland
bezat de abdij van
Egmond veel land.
Overigens speelde het
kerkelijke gezag in deze
eeuwen ook een heel
grote rol in het huidige
Friesland, waar veel ab
dijen stonden. Sommige
van deze abdijen had
den ook goederen in het
huidige West-Friesland.
De Friese invloed was
in West-Friesland dus
heel groot, evenals in
Noord- Kenne merland
Blijkens de goederen
lijst in de oorkonde van
922 was er waarschijn
lijk in de 10e eeuw al
een kerkje aanwezig op
het veenkussen van de
Westelijke Eilandspol
der. Het was een dochterkerk van de
kerk van Heiloo. Dit kerkje werd in
1083 geschonken aan de abdij van Eg
mond. De kolonisten van de nederzetting
in de westelijke Eilandspolder (de Bu-
renmaden) betaalden sinds 1083 dan ook
hun tienden (belastingen) aan de Abt
van Egmond. Het kerkelijke gezag had
een grote invloed verworven.
Er waren op het Schermereiland volgens
oudfries recht twee bannen' (Schermer en
is
-4=
30 km
=1
13