Georges en Lotte doken op enig moment onder in een bovenwoning aan de Kris-
pijnseweg in hun woonplaats. Daar woonde het echtpaar Schram De Jong, dat meer
Joden opving. Ook verbleef het stel bij het echtpaar Venverloo dat aan de Oranjelaan
44 (nu 292) woonde. Hoe lang ze op elk van beide adressen verbleven is onduidelijk,
maar ze maakten de bevrijding mee in Dordrecht. Al die tijd wisten ze niet waar hun
dochter was.
Lotte waagde zich tijdens de Hongerwinter regelmatig op straat, in een (vaak vergeef
se) poging om eten te halen bij de boeren in de omgeving. Ze had haar haren
gebleekt, zich zwaar opgemaakt en een bril opgezet om niet herkend te worden.
Sint Pancras
De kleine Mirjam was vanaf 1942 gescheiden van haar ouders en verbleef, behalve
bij Arie en Albertha Barendregt, ook korte tijd in een watermolen in Sint Pancras.
Volgens Annie Kroon-Smit was haar vader, die bevriend was met Arie Barendregt,
aannemer in Sint Pancras en vader van 10 kinderen.
Omstreeks 1942, aldus mevrouw Kroon, kwam Barendregt bij haar ouders thuis
en barste daar in snikken uit.
Georges en Lotte met Mirjam