Hellingen als werkwoord
Tekst en foto's Nico Vader.
Er is in het blad, De Klin, al redelijk vaak geschreven over de hellingen van Sint
Pancras. Borsten, Bruin, Kok om er een paar te noemen. Minder is geschreven over
de werkzaamheden op de hellingen van het GeestmerambachtIn dit stukje zal ik
aanvangen om dit aan te vullen.
Als een schuitje werd gehellingd, waren "knippen en scheren" (schoonmaken en teren)
en daarbij een gedegen inspectie, de meest voorkomende onderhoudswerkzaam
heden om het schuitje in een goede conditie te houden. Een hellingbeurt werd dan
ook regelmatig uitgevoerd, vaak jaarlijks. Hellingen waren oorspronkelijk geheel van
hout gemaakt. En dan ook nog van oud hout, afkomstig van oude houten schuiten
die gesloopt waren. Een houten hellingvlak vanaf net onder de waterlijn tot op de
oever. Onder een hoek van maximaal 10 graden. Op de kant een kaapstander of lier.
Omdat polderschuiten zonder uitzondering een platte bodem hebben, werd onder de
schuit een houten boom
stam-rol gelegd waarop de
schuit de wal op werd
getrokken (gerold). Voor
een klein schuitje waren
twee rollen nodig. Om de
schuit op zijn kant te
zetten was er de helling-
bok.
Er werd een ketting onder
de schuit doorgehaald en
vastgehaakt aan de kant
waarop de schuit moet worden gezet Door de handspaak (lier) van de hellingbok aan
te trekken werd de schuit op zijn kant getakeld waarna men goed aan de bodem kon
werken. Toen er nog houten schuitjes en pramen gebruikt werden, was breeuwen (het
dichten van de naden) van de eikenhouten vaartuigen ook een belangrijk onderdeel
van het onderhoud.
87