Herinneringen van Herman Molenaar
Dankzij de gastvrijheid van mijn oma-mevrouw N.Kroonenburg Duif kon ik elke vakantie
in Sint Pancras logeren. Het was altijd goed bij oma en nooit te veel. Oma vond het
gezellig en hoorde mij altijd weg lopen op mijn klompen als ik naar Jaap ging. Door mijn
neef Jaap Kroonenburg, die toen al bij Jaap werkte, kwam ik bij de familie Koedijk terecht.
Ik was toen veertien jaar oud. Tot mijn vijf en twintigste zou ik in de verschillende
vakanties bij Jaap blijven werken. En het was altijd goed en gezellig.
Hoe was het toen ik op mijn 14e
jaar binnenkwam? Vader Piet was
behoorlijk op leeftijd, maar ging
af en toe nog mee naar de akker.
Moeder Trijn zat verlamd door de
Parkinson in een stoel, met liefde
en toewijding door Alie verzorgd.
Ik zie Alie nog zo binnenkomen
met de koffie, altijd druk bezig,
ieder en alles te verzorgen.
Maar wat hebben we met elkaar
gelachten als we om negen uur
voor "koppies" tijd binnen
kwamen. Ik heb letterlijk over
de grond gerold van het lachen.
Bonen plukken dat deed je die
eerste jaren. Alie voor Bovenweg 17.
Van mijn eerste geld keek ik in een gids van Piet die boven zijn kamer had en daar
werkte. Die kon heel goed tekenen. Het werd een transistorradio van 35 gulden.
Ik weet nog de prijs. En dit was het begin van vele jaren werken bij Jaap. Je kwam om
te werken, maar ook om de gezellige sfeer! Die maakte dat je altijd weer terugkwam.
Later leerde je meer werkzaamheden: aardappels rooien, planten zetten, gladiolen
plukken, schoffelen, dwars hakken. En later kool snijden. Jaap had altijd het geduld
om het je te leren en zat nooit te vitten als je eens verkeerd sneed.
Verder zaten we in de wintertijd in de boet. Bollen pellen. Jaap had een hele handel in
bollen. Dat was ook tegelijk zijn hobby. Buurman Balder kwam weieens een praatje
maken. Baldur von Schirach noemde Jaap hem. Zijn akker stond altijd vol onkruid.
Maar buurman had er nog plezier in.
77