Legendarisch waren de korte statements als "Fijn",
"het Stenen Duifje", "het Karpijn" die op elk willekeurig
moment en zonder enig verband of logica in een gesprek
vermeld werden.
In een van mijn eerste werkweken werd op de akker de
CDO opgericht, de Club Der Orgelhaters met als
belangrijkste doel het boycotten van elk orgel. Niet dat dit
veel gevolgen had, want veelal bezocht het akkergebroed
de concerten in Orgelzaal Booy toch niet. Later werd ik
geroyeerd als lid van het CDO omdat ik verkering kreeg
met Joukje Kroonenburg; haar broer gaf -oh wee- nota
Het stenen duifje. bene zelf orgelconcerten!
Het Knöbelisme was een filosofische stroming, die al plukkend van boon tot boon, een
steeds ingewikkelder karakter kreeg. Met invloeden vanuit de Lagere Lusten Theorie en
het Stoïcisme werd een groot deel van het menselijk handelen verklaard in steeds
wisselende situaties, die zich gedurende de dag voortdeden. De voortdurende controle
van het watermerk was daarbij noodzakelijk. Stress was er nooit bij Jaap, natuurlijk werd
er hard gewerkt, want "product moet er zijn", maar er was zo ontzettend veel te lachen.
En op de eeuwige bonenvelden werden de mooiste gesprekken gevoerd, soms ging het
nergens en soms ging het ergens over.
Er waren natuurlijk kolen, bonen, aardappelen, augurkjes en meer van dat spul om te
oogsten en te poten, maar ook allerlei bolletjes. En ook nog heel bijzondere, zelfgekweek
te soorten, begreep ik pas later. Met daarbij de verhalen van interesse voor deze soorten
overal uit de wereld, tot Rusland aan toe. Vandaar ook dat Jaap zich de Russische taal
eigen had gemaakt, een voor ons oncontroleerbaar gegeven, maar ook wij spraken al ras
deze taal vloeiend.
Tussen de middag gingen we terug naar Bovenweg 17 voor het warme eten; ik was in de
kost bij Jaap en zus Alie kookte heerlijk; al herkauwend trokken we ons na het eten terug
in de stoelen naast de kachel om een verdwaald uiltje te knappen of te mijmeren over de
echt belangrijke zaken des levens. En aan het eind van elke dag, loof en loom, terug naar
het zomerhuisje, na eerst in De Bever het nodige stof afgespoeld te hebben.
Het was een komen en gaan van personeelsleden die allemaal naadloos bij elkaar pasten;
als een van de weinigen bleef ik tot en met september. Als het in het zomerhuisje toch
echt te fris werd en het werk tot aan de laatste bol gedaan was, komt eens een eind aan
een mooi seizoen.