Alles wat wij leerden moesten wij ook weer overbrengen op de volgende generatie, ook
de rituelen. In mijn tijd werkte ik veel met Kees Groeneboom toen er een nieuwe knecht
bijkwam, 's Morgens met de metor vertrokken hadden we de nieuwe, Lieuwe Elzinga
beloofd dat hij die dag te water zou raken. Nu was het een pezig ventje, wat niet zo
makkelijk te water was te krijgen. We hoefden maar naar hem te kijken en hij was al weg,
maar hij stond de hele dag op scherp. Om 17:00 draaiden we de wik in naar de boet.
Kees en ik zaten bij het roer en Lieuwe op de beun. We schoten alle twee overeind en
Lieuwe nam een sprong naar de kant, maar het was te ver en hij belandde te water. We
hadden het beloofd!
Late piepers stonden bij Jaap meestal op de geest achter het huis aan de Bovenweg.
Ik zou ze samen met Kees Goesinne er even uitsteken. Dat was een lekker zandgrondje
en we verheugden ons al op een warme nazomerdag dit in ontbloot bovenlijf even te
klaren. Na enkele stammen gerood te hebben stoof Kees overeind en riep "Horzels"
vluchten van de plek des onheils. Het waren poepemiggen, welke bij het landen direct
steken en zo doende kon het shirt weer aan wat heel wat druppels zweet extra kostte.
De benaming "Horzels" heeft nog generaties lang op de landerijen van Jaap dienst
gedaan, te pas en te onpas.
Ergens op de Eeuwige bonenvelden is ook
het knöbelisme ontstaan, het is mij nooit
duidelijk geworden wat het precies inhield.
Ook watermerkcontrole was een wezenlijk
onderdeel bij werken bij Jaap. Het werd
vooral toegepast bij de dames, maar
het was onschuldiger dan het leek. De
dreiging die er vanuit ging, was vaak al
voldoende voor het resultaat.
Als bollenkweker had Jaap ontelbare soorten welke allemaal apart behandeld moesten
worden. Een heidens werk waardoor hij ook 's winters altijd werk had in de schuur.
Daar werden dan ook weer allerlei hersenspinsels geboren zoals het leven in Nubië.
Er was één Nubiër in ons midden en dat was André Stins, die voldeed aan alle eisen
waaraan een Nubiër moest voldoen. Zo heb ik bij Jaap ook kennis gemaakt met de
citaten van Godfried Bomans, waar ik nog steeds fan van ben.
"Ja maar man, dat je daar zo lauw onder blijf", is een citaat wat is blijven hangen als ik
terug denk aan het werken bij Jaap.
Watermerkcontrole. Herman en Jaap.