De westnoordwestelijke koers werd een noordwestelijke en later een noordnoord-
westelijke koers. We moesten de kop op zee houden, omdat we anders te veel water
over het voorschip kregen. De wind bleef toenemen en na een week zaten we in een
orkaan met windkracht 12 en zeeën/deing golven tot wel 15 tot 20 meter hoog.
Op het achterdek werd een stalen kast met gas en -zuurstof flessen ingeslagen en
rolden de flessen over dek. Met een lijflijn om wisten de hoofdwerktuigkundige en
3e stuurman deze flessen overboord te dumpen.
Na een zware nacht klaarde het de volgende morgen wat op en gingen we op de hoge
zee, rond om dat we zagen dat er nodig wat sjorringen aangezet moesten worden
van de jachten die aan dek stonden. Voor de zee aan, ging de bemanning aan dek
waar de schade bleek mee te vallen. De sjorringen werden aangezet en eventueel
vervangen en waar nodig wat bijgezet. Van een jachtje op luik 1 stond de machine
kamer vol met water. De drain was niet open gezet. We arriveerden 6 dagen later dan
het schema in Baltimore, waar de schade-experts aan boord kwamen en er een zo
genaamd zee protest werd opgemaakt. Na uitlossing van een gedeelte van het papier
en een gedeelte van de jachten, vertrokken we naar Miami om de rest van de jachten,
die bestemd waren voor de Miami-botenshow daar te lossen.
Na de 'Sluisgracht' de 'Sampogracht' die ook in de paper trade op Amerika zat maar
in ons geval deden we een reisje van Aarhus in Denemarken met windmolens, via
Caen in Normandië ,waar we 3 zware druktanks van 200 meter aan dek laadden voor
Fremantle en Portland in Australië. Na een reisje op de Achtergracht kwam ik in het
voorjaar van 2007 aan boord van de 'Spiegelgracht', na eerst een papier reisje naar
Amerika en aansluitend containers geladen te hebben voor Antwerpen, werd de
volgende reis: windmolens voor Melbourne, te laden in Duitsland en vervolgens naar
Napels om een kabel te laden voor het Bass Strait project. Bass Strait is de zee engte
tussen het Australische vasteland en Tasmanië. Vanuit Brunsbuttel aan de rivier de
Elbe, waar we de windmolens hadden geladen, ging het eerst naar Salerno, waar we
de bladen van de windmolens, die aan dek stonden, gelost hebben. Dan naar Napels,
een paar uur varen, waar we 130 meter staal in de vorm van H-balken en plat aan
boord kregen voor het maken van twee grote kratten, waar de kabels in opgeschoten
werden. Hier was een Italiaanse walploeg 10 dagen mee bezig. Toen dat klaar was,
zijn we verhaald naar de rede van Pozzuoli waar we met 2 ankers voor en het achter
schip op de boeien ongeveer 30 meter van de wal af lagen met het voorschip. Er werd
een gat van 40 x 60 cm in de breakwater op het bakdek gesneden om de kabel over
het voorschip aan boord te halen en die via een rollenbaan over de luiken naar de
positie in het onderruim werd geleid. De kabel met een diameter van 30 cm en een
lengte van 80 km plus een tweede kabel met een diameter van 20 cm werden in