Maar niet zoals het voorlopige stuwplan, waar de stuwadoor ook een copy van had, aangaf. De lading die vol-gens het stuwplan aan dek zou komen te staan, kwam als eerste langszij en moest gelijk geladen worden omdat men geen idee had wat het volgende stuk was wat uitgeklaard werd en langszij kwam. Een paar hectische dagen voor dat het ruim volstond en we aan de deklading konden beginnen. Van de deklading waren de units wat korter en pasten precies dwarsscheeps op de luiken met een overhang boven het gangboord, maar nog wel binnenboord. De laatste drie units waren weer wat langer en staken aan beide zijde plus minus een meter uit; dit kwam wat het sjorren betreft beter uit. En wat mij betreft, was dat geen probleem. Maar daar dachten ze in het Panama Kanaal anders over. Toen ik doorgaf dat er 3 units iets buiten boord staken ontstond er enige lichte paniek bij het agentschap. De units zouden in Balbao aan de Pacific kant gelost moeten worden en met een truck naar de Atlantische kant gereden moeten worden als er geen andere oplossing was? Die was er en op de rede van Balbao hebben we de units met eigen kranen tijdelijk voor de passage door het kanaal even langsscheeps op de andere units geplaatst. Het zicht vanaf de brug was niet maximaal, maar de contro leur en de loods namen er genoegen mee. Op de rede van Colon de units weer terug gezet en de reis vervolgd naar de Witte Zee. Daar was ik in het begin van de jaren '80 regelmatig geweest om hout te laden. Er was daar wel een en ander veranderd. Voor de 'omwenteling' stonden er drie militairen bij het schip voor de bewaking, dat was nu nog één. De waterklerk van toen, Andrey, was nu voor zichzelf begonnen als scheepshandelaar en deed goede zaken. Na 3 dagen lossen en op de tweede avond een party met wat teveel wodka, vertrokken we richting Finland om daar papier te gaan laden voor Tokyo in Japan. Na Finland nog even naar de Noorse zuidkust om in Kristiansand een pompunit te laden en vervolgens naar Rotterdam om een tunnel boormachine met een diameter van 7 meter aan dek te laden voor Taipei op Taiwan. Als we dan eenmaal aan de Pacific zijde waren, voeren met deze schepen voorname lijk in de dienst van Korea en Japan naar Australië. Laden in Inchon, Pusan en dan via de Japanse binnenzee om bij te laden in Kobe en Yokohama voor de Australische oostkust Brisbane/Sydney/Melbourne en soms als laatste Adelaide. Dan na uit-lossing in ballast naar de westkust, Fremantle, Bunbury en/of Geraldton om bulk te laden voor Taiwan, China en Japan. Vanaf Geraldton omhoog langs de Australische kust en dan tussen Bali en Lombok door de noord in via de Flores zee en Sulu zee de zuid Chinese zee op naar de haven van bestemming, Xiamen, Shanghei, Pusan en havens in de Japanse binnenzee. 148

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2018 | | pagina 147