Het gebeurde in die tijd nog wel eens dat er een scheepje met een deklast hout
hierdoor in de problemen kwam.
Regel- en wetgeving is ook in de scheepvaart in de loop van de jaren sterk veranderd.
Toen ik begon als stuurman, mochl ik met m'n stuurman diploma varen op schepen
van 499 brt (Bruto Register Ton). Na enkele jaren werd deze tonnenmaat vervangen
door een lengtemaat van 75 meter. Dit heeft jaren geduurd, maar door druk van
de reders met betrekking tot schaalvergroting werd de lengtemaat vervangen door
de 1600 brt (Bruto Register Ton) regel. Schepen van die maat waren plus minus
135 meter lang. Voor die verandering moesten we wel weer terug naar de zeevaart
school voor wat opfriscursussen. Later werd het diploma weer opgewaardeerd en
vanaf 1997 waren er geen restricties meer en kregen we het certificaat "Master all
Ships" voor schepen met de grootste GRT en lengte. Met uitzondering van tankers
(vloeibare ladingen) Ook de bemanningen veranderden door de jaren. Toen ik begon
waren het alleen Hollanders. Nou ja, ook een paar Groningers, maar allemaal uit
Nederland. Op de 'Adina' waren het 2 Portugezen en later de Kaapverdiërs en de
Spanjaarden, Die zijn in de loop van de jaren door natuurlijk verloop weer van de
vloot verdwenen. De Filippijnen kwamen, eerst voornamelijk aan dek en als kok,
maar wat later ook als derde en tweede stuurman. Die zijn er nog steeds, maar
tegenwoordig in de hogere rangen aangevuld door voornamelijk Russen, een paar
officieren uit de Baltische staten. Een enkele Fin, Kroaten en een paar Belgen.
Eind '83 lagen we in Usikaupunki in Finland te lossen. Bericht van kantoor met
betrekking tot de volgende reis. Dit zou (weer) een reisje met gezaagd hout naar de
Middellandse zee worden. Het was de bedoeling om als we vrijdagavond gelost
waren, we zo snel als mogelijk naar Rauma zouden vertrekken, om aldaar op zater
dagmorgen een bepaald kwantum met 2 ploegen te laden om diezelfde zaterdag daar
weer te vertrekken naar Kemi, in het noorden van Finland om daar maandagochtend
laadklaar te zijn. Moest alles wel meezitten. Dus zo gauw we gelost waren kwam de
loods aan boord en we vertrokken met een stormachtige Westelijke wind. Zo gauw
we achter de eilanden vandaan kwamen, begon het schip wat te stampen (op en neer
gaande beweging in de lengte richting van het schip) en door die beweging gingen
de achterste luiken pontons die nog 'op de wielen stonden' spontaan open. Ik vroeg
de loods of we wat rustiger aan konden doen, zodat we het ruim weer dicht konden
trekken, maar we hadden de snelheid nodig om in het smalle vaarwater met de
stormachtige wind op koers te kunnen blijven. Besloten om achter het eiland Isokari
voor anker te gaan om het ruim alsnog zeeklaar te maken. Zo gezegd zo gedaan.
We lieten het anker vallen op een paar kabels ten oosten van het eiland. Het ruim
dicht getrokken en gezekerd en weer klaar om het anker op te hieuwen.