De bemanning bestond uit 12 man, kapi
tein, le en 2e stuurman, le en 2e werktuig
kundige, motorman, kok en
5 matrozen, waarvan de laatste 5 bestonden
uit een mix van Hollanders en Spanjaarden.
Hiermee voeren we voornamelijk op de
Baltic/West Europa/Mid. zee met hout de
zuid in en met diverse buikladingen naar
het noorden. In de wintertijd, als het streng
vroor, en de Oostzee dicht lag met ijs, moesten we naar Kemi of Oulu in het noorden
van de Botnische Golf. Geassisteerd door een ijsbreker waar je soms uren op moest
wachten om een konvooi te vormen, met andere schepen, daarna de vaart van het
langzaamste schip, dat waren wij meestal, weer verder kon varen tot de loods, die met
een sneeuwscooter langszij en met een ladder aan boord kwam. Wat zuidelijker varen
in wat aangenamere temperaturen prefereerde ik, maar dat kwam niet altijd zo uit.
Ik kan me nog herinneren dat we met een van deze L-schepen in Napels lagen. Ik
werd 's nachts wakker van gestommel, een licht krassend geluid. Ik opende m'n ogen
en zag in profiel iemand gehurkt naast m'n kooi staan die probeerde de kast naast
m'n kooi te openen. Ik had de deur tussen de slaaphut en salon altijd open en zag
hem staan door het weinige licht dat door de poorten van de salon naar binnen
viel. Ik sloeg de dekens van me af en probeerde de indringer te grijpen, maar hij
verwachtte hoogstwaarschijnlijk zoiets en sprong op en rende via de salon door de
deur, die al open stond, naar de gang en vandaar door de reeds geopende buitendeur
naar dek en als een razende 4 trappen naar beneden naar het hoofddek waar hij via
de gangway snel tussen de containers verdween.
Het was zomer en al schemerig pl/m 04.30 uur. Ik stond daar in m'n blootje op het
achterdek en had weinig trek er achter aan te gaan. Achteraf realiseerde ik me dat
het slechter had kunnen aflopen.
Verstekelingen hebben we ook een paar keer aan boord gehad. De eerste was een
Nigeriaan die in Lagos aan boord was gekomen en tijdens de inspectie voor vertrek
niet was opgemerkt, 's Avonds waren wij vertrokken en de volgende morgen werd hij
ontdekt. Hij was uit zijn schuilplaats gekomen omdat hij honger had. Onze bestem
ming was de haven van Tema in Ghana om cacao bonen te laden voor Amsterdam.
Daar hebben we hem met 'medewerking' zonder problemen illegaal aan land weten te
krijgen. De tweede keer waren twee Marokkanen die in Casablanca aan boord waren
gekomen en na 2 dagen, in de Golf van Biscaye, te voorschijn kwamen.
Leliegracht