Volgende schip was de 'Passaat Brasil', een
nieuw schip zo van de werf.
De bemanning bestond uit 5 Hollanders en
7 Spanjaarden en een Filippijn, waarmee we
in Engeland gingen laden voor Um Said/
Quatar in de Perzische Golf, waar we de
lading met eigen bemanning moesten lossen
bij temp van 38°C omdat er daar geen
bootwerkers waren? Na Doha in ballast naar
Calcutta en Kahiani aan de Hoogly Rivier in India om jute te laden voor Nigeria,
via de kaap kwamen we begin december aan in Sapele, een paar uur varen het
Nigeriaanse binnenland in, waar we na een ruime maand lossen begin januari weer
vertrokken. Van Sapele in ballast naar Buenos Aires om daar een lading hout te gaan
laden voor Southampton in de United Kingdom. Aansluitend in Liverpool een project
lading geladen voor Mogadiscio in Somalië, wat er in die tijd nog vredelievend uitzag
en waar we via de charteraar werden uitgenodigd op de Amerikaanse ambassade
voor een hapje en een drankje. We werden door een militaire jeep met 2 MP's in vol
ornaat opgehaald en later op de avond weer terug gebracht aan boord.
Na uitlossing daar kregen we opdracht om via het Suezkanaal naar Port Said te gaan
voor een lading nieuwe oogst aardappelen voor West Europa. Dit was m'n laatste
schip van de Oost Atlantic Line. Hierna enkele jaren wat afgelost aan boord van
schepen van Groningse reders, 6-7 maanden varen en 3 maanden verlof Eind jaren
zeventig ging het economisch allemaal wat minder en dat konden wij op de vaart
ook merken. Voor die tijd werd ik meestal gebeld als er iemand nodig was, maar toen
moest ik zelf bellen met een regelmatig "nee niemand nodig" of kwam je op de
wachtlijst met X collega's.
Drank speelde in die tijd nog een grote rol aan boord, 'even een borrel' wat soms
uitliep tot 3-4 uur 's nachts, terwijl van de persoon in kwestie werd verwacht dat hij
er om 08.00 uur weer stond.
Kapiteins en hoofdwerktuigkundigen, individueel, of samen kan ik me herinneren.
Zij hadden de meeste tijd en de drank was in beheer van het gezag. Dat ik als
matroos voer kregen we, tegen betaling uiteraard, 2 bier per dag terwijl sommige
kapiteins er aan een fles Blankenheim jenever niet genoeg hadden. De kapitein van
één van de schepen begon om 10.00 's morgens i.p.v. koffie met een borrel en dat
hield hij de hele dag vol in de haven waar na het avondeten de flessen weer op tafel
kwamen.
Passaat Brasil
v
141