Stuurautomaat hadden we nog niet dus de hele reis werd er met de hand gestuurd: 4 op, 8 af. Met rustig weer was dat geen probleem, maar als er wat wind stond en het scheepje begon wat over een kant te hellen door de hoge deklast hout, werd het wat intensiever. Met de 'Arneborg' en later de 'Roerborg' voeren we vanaf Par in Zuid Engeland via het Albertkanaal, dwars door België, naar Maastricht om daar porseleinaarde te lossen, om aansluitend via het Julianakanaal in Stein kolen te gaan laden voor Dublin en de Franse Biscay kust en dan weer terug naar Par om te laden enz. Tijdens een van deze reizen met de Arneborg' in het voorjaar van 1967, verging de supertanker 'Torrey Canyon' (297 meter lang x 38.2 meter breed, diepgang 20.8 meter) nabij de eilanden groep The Scillies op de Seven Stones. We voeren langs de zuidkust van Cornwall door de lagen crude oil heen. 's Middags vlogen er bommenwerpers over ons heen, die het wrak in brand bombardeerden om zo de vervuiling te beperken. Met de 'Nassau'- en 'Prinsenborg' ging het hout van de Oostzee naar noordwest Europa. Op een van deze reisjes, op een zaterdagmorgen, terwijl we buitenom aan het soppen waren, gleed Nico, de matroos o.g, weg op het gladde potdeksel en viel overboord. Ik als een haas naar boven geklommen om in het achteruit via de in-tercom de midscheeps te waarschuwen: "Man overboord". Daar werd direct op gereageerd en een rondtorn gemaakt. Na 18 minuten hadden we hem weer aan boord gehaald uit het koude Oostzee water (november '68). In '69 maakte ik een uitstapje naar een andere maatschappij (Carabeka) op het schip de 'Cresta'. Enkele reisjes naar de Middellandse Zee en terug via Spanje en Portugal naar Engeland. We laadden in de herfst van dat jaar een lading boxboard (kistjeshout) in Leixous (Oporto) voor Bristol. Van deze lading hadden we ook een laag aan dek, maar door gebrek aan sjorrings stond het niet echt goed vast. Bij vertrek op zaterdagmorgen na een paar dagen stormachtige Westelijke wind, stonden we zo gauw we de pier uitwaren, gelijk op ons kop. Zware dei-ning en veel overkomend water. Nadat we een paar uur westelijk waren gestoomd, gingen we van koers veranderen naar het noorden en zo gauw we op koers lagen, begonnen we zwaar te slingeren, en twee/derde van de deklast hout spoelde door een enorme zee overboord en gaf het schip en helling van 20 graden over stuurboord. Op dat moment niet veel aan te doen dan met ballast het schip weer recht te leggen. De kapitein besloot de baai van Vigo in noord Spanje aan te lopen om, wat er nog over was van de deklast, wat naar bakboord te verplaatsen om de helling op te heffen. Daar zijn we een volle dag mee bezig geweest en toen we weer vertrokken, waren de wind en deining al flink afgenomen en zonder verdere problemen in Engeland aangekomen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2018 | | pagina 137