weer te jong, maar geen Arnoldus kon mij tegenhouden om verder te gaan met mijn
studie elektrotechniek. Kregen we er ook nog eens fijn en grof bankwerken er bij.
Prachtige machines bij ome Gerrit, maar je mocht er alleen maar naar kijken,
aankomen was ten strengste verboden. Nou dat had ik na twee jaar wel gezien.
Met mooie cijfers kreeg ik ook een goed rapport en diploma. Volgende stap was naar
de EMS (elektrotechnische middelbare school). Ik beheerste de theorie algebra en
meetkunde meer dan behoorlijk, dankzij Loman de leraar van de ambachtsschool.
Na weer twee jaar was ik volledig E"monteur, om daarna door te gaan met een
tweejarige opleiding voor installateur. Ook deze studie werd afgerond. Maar ik had
meer gedaan in die dagen naast mijn schooltijd. Ik had mij aangesloten bij de
Kajotters van Monseigneur Cardijn uit Belgie, oprichter van de Katholieke
Arbeidersjeugd.
Net zestien jaar en gek
van wielrennen, belde
ik met Jan Cottaar (in
vroeger jaren een bekende
radioverslaggever).
"Zeg mijnheer Cottaar, ik
heb geen geld, maar wij
zijn idolaat van de Tour de
France. Zou U niet naar
Oudorp willen komen
om ons daar het een en
ander over te vertellen"?
"Beste jongen, als jij zorgt
dat ik mijn reisgeld
vergoed kan krijgen, dan
kom ik". Die avond in het
oude verenigingsgebouw
naast de school zat het
stampvol.
Ik was inmiddels 20 a
21 jaar en kreeg contact
met het uitzendwerk
van jongeren naar
ontwikkelingslanden.
Vertrek vanaf Schiphol. Linksboven Siem.
107