keer zelfs helemaal naar Wijk aan Zee. In Bergen eerst naar het speelduin en naar de
speeltuin van café Duinvermaak, dat er nog altijd staat. Daar troonde een grote
kunstkip die een chocolade ei lei - legde bedoel ik - als men er een kwartje, of
misschien een dubbeltje in stopte...
's Middags reden de bussen ons over de weg door de duinen naar de zee, die we
plotseling in de volle breedte voor ons zagen. We verwoordden de aanblik niet als de
dichter, die schreef aanschouwden onze ontroerde ogen - onmetelijk - de oceaan".
Maar indruk maakte het wel, net als de golven die zo schuchter tot aan onze blote
voeten rolden als we op het strand stonden en die even later werden overspoeld door
nieuwe golven, die ons bereikten.
Als we tot een standbeeld zouden verstenen zou dat altijd en altijd en altijd zo
doorgaan.. Voldaan en vermoeid van alle indrukken keerden we tegen de avond
weer terug naar het vertrouwde dorp.
Buiten al deze herinneringen
waren er natuurlijk nog
andere, niet minder de
moeite waard om te noemen.
De man die met een slepend
been achter zijn petroleum-
kar liep, hoe moeilijk dat ook
moet zijn geweest. De vrouw
in het snoepwinkeltje dicht
bij de school, die geduldig
wachtte tot de kleine klant
de juiste keus had gemaakt Frans Spaan, veehouder aan de Butterhuizen.
- voor één cent! Dan de twee
zusters die een winkeltje beheerden waarin ze schrijfgerei verkochten en kantoor
artikelen, terwijl er nauwelijks een kantoor in het dorp te vinden was - maar misschien
waren er ook boeken te koop. En de visboer met zijn oude T-Ford, die hij niet vooruit
kon krijgen als er een kluit jongens aan de achterklep hing, om het vehikel tegen te
houden, wat nogal eens gebeurde. Ten slotte nam hij in uiterste nood dreigend een
straatsteen mee in de cabine.
Het zijn herinneringen van het dorp in de jaren rond 1930. Ze blijven je levenslang bij!
N.F. Spaan
89