geworden van een drieling, waar hij natuurlijk vreselijk trots op was. Ik heb alleen
vreselijk moeten lachen om die dikke kelner die liep te dribbelen met borden soep.
't Zweet gutste van z'n voorhoofd en maar rennen. De goeie man gaf ons een servetje,
wat we hebben bewaard als waardering voor zijn lekkere soep.
En toen kwam het afscheid, hete tranen hebben we gehuild. Tante Lien kon geen
woord meer zeggen, nu ze bij haar pleegkinderen vandaan moest. Na een half uur
van gesnik en handen geven vertrok de bus. De burgemeester van Bodegraven had
ons aan tafel nog even toegesproken en bedankt. Op de heenreis was er een foto
van ons gemaakt en die bood hij ons nu als herinnering aan.
Mijnheer Groenedijk nam het woord over en bedankte ons vooral voor de samen
werking die er onder ons geweest was.
Mijnheer Akkerboom nam ook nog even 't woord en vroeg ons, als er in de toekomst
nog eens iets gebeurde of hij dan op onze hulp kon rekenen, waarop wij éénstemmig
"Ja" riepen. De verdere medewerksters zoals juffrouw v. d. Dunne en tante Lien
ontvingen een prachtige vork en lepel met mes.
Groepsfoto op de heenreis in Bodegraven
59