vuilniswagen mee die af en aan reed, maar om kwart voor 5 was die ook klaar.
Na hartelijk bedankt te zijn door opa gingen we naar de overkant, naar v. d. Velde.
Moeder v. d. Velde had zo goed als alle modder eruit en was de bedsteden aan het
uitschrobben.
We gingen eerst afwassen en onderwijl vertelde ze ons hoe het water in tijd van
vijf minuten tot boven de deuren stond. Om twee uur s 'nachts kregen zij bericht dat
er hoogwater kwam. Eerst dachten zij dat het niet zo'n vaart zou lopen, maar toch
sjouwden zij wat naar boven kon, weg. Om 10 over 5 ging 't licht uit, de klok begon te
luiden, de sirenes te loeien en vluchtten zij de dijk op. Ongeveer vier minuten lopen.
Om 10 voor half 6 brak de dijk door en 5 voor half 6 stond 't water boven de deuren.
Het keukenraam was kapot, want daar was het varken doorheen gezwommen.
Ze vonden hem dood in de keuken.
Ondertussen was 't half 6,
dus moesten we terug
naar de dijk. De bus stond
klaar en toen op huis aan.
Thuisgekomen, laarzen
boenen, wassen, omkleden
en om zes uur eten. Dat
smaakte best na zo'n dag.
's Middags hadden we
ons brood opgegeten bij
Jannema. Zo werd de
vrouw uit het cafeetje
genoemd.
Het warme eten smaakte
best, wat door onze kok
kin Nelly Wagenaar was
klaargemaakt. Na 't eten
waren we allemaal erg stil
en moe! De een ging wat
schrijven en de ander wat lezen. Om kwart voor 8 kregen we een kopje thee met
een gevulde koek. Om half tien moesten we naar bed, maar niet voordat we een
sinaasappel hadden opgegeten. Iedere dag een sinaasappel en een appel die we
Dood en verderf