Nadat de eerste verschrikkingen van de ramp op 1 februari bekend raakten, werd er een beroep gedaan op alle meisjes die maar konden helpen, om in de getroffen gebieden huizen schoon te maken. De gemeente Koedijk met nog 11 andere gemeentes, hadden het dorp Herkingen op het Zeeuwse eiland Goeree-Overflakkee geadopteerd. Zo werd ook op ons een beroep gedaan en zijn wij 14 dagen wezen werken in het noodgebied. Samen met Gerarda de Goede uit de gemeente Koedijk zijn we met z'n tweeën daar gaan helpen Op dinsdag 17 maart 1953 zijn wij om 08.30 uur vertrokken vanaf café Hes (momen teel Irish Bar/Restaurant The Rose) met een touringcar van de Naco. Onderweg werden we op van alles getrakteerd. Alle gemeentes hadden iets meegegeven. Om 11.00 uur waren we in Bodegraven, waar we koffie met spritskoeken kregen en waar de laatste meisjes instapten. Voordat we verder gingen werd er eerst een foto van ons gemaakt en kregen we een kaart waarmee we naar het noodgebied toe mochten. Om kwart voor twaalf gingen we weer verder. Voor we in Hellevoetsluis kwamen, zagen we de eerste verschrikkingen van de ramp. In Geervliet werd ons een dijk aangewezen die ze in tijd van 2 dagen gelegd hadden. Eentje van 9 km lang. Toen hij klaar was sloeg er weer 6 km weg, maar door ijzeren wilskracht werd het stuk weer gedicht. Om half een in Hellevoetsluis kwamen de anderen (de 1e groep) met de boot terug. Juffrouw van de Dunne ging weer met ons mee terug. We gingen over 't Haringvliet, ongeveer een half uur varen. In Middelharnis stond de bus klaar, die ons naar Dirksland bracht, want daar lagen de schuiten. 14 DAGEN SCHOONMAKEN IN HeRKINGEN Hetkïngen ,Cr|«„, u k ycvcn naar Herfeingen a an [953 Htrkingea Kaart van Tiny Verduin voor Goeree Overflakke

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2017 | | pagina 36