Uitgangspunt moest dan wèl zijn dat de koper van het woonhuis niet binnen 10 jaar
het pand zou doorverkopen. Dit met het oog op winstbejag. Dhr. Logger moest zijn
inbreng in deze toelichten. Hij ging daarbij akkoord met de termijn van 10 jaar. Ook
daarin zag dhr. Koning geen probleem. De Historische Vereniging ontving een aantal
weken later de schriftelijke bevestiging van "geen bezwaar tegen de deal." Vervolgens
moest de Vereniging in de maanden daarna een beeld krijgen van de kosten van de
O.Z.B. en de nutsaansluitingen. Voordat die informatie binnen was, gingen er weer
vele weken voorbij.
Op 11 juni 2013 kwamen betrokken partijen, t.w. wethouder I. Overzier, A. Bonnema,
R. Logger en afgevaardigden van het bestuur van de Historische Vereniging, bijeen.
Intussen had dhr. P. Klos laten weten dat hij ook interesse had voor pand nr.1.
Al vele jaren eerder had hij de gemeente hierover benaderd, maar geen gehoor
gekregen. Op grond van zijn nog steeds bestaande interesse was dhr. Klos eveneens
uitgenodigd voor het overleg op 11 juni. Uiteindelijk heeft het voor dhr. Klos niets
opgeleverd en gingen de gemeente en de Historische Vereniging verder over een
mogelijke overdracht met dhr. Logger.
In september 2013 werden de eerste concrete gesprekken gevoerd tussen dhr. Logger
en de heren Tergau, Leijen en Kout als afgevaardigden van de Historische Vereniging.
Het drietal bestuurders zouden, op verzoek van dhr. Logger, diverse offertes aanvra
gen. Met medewerking van bouwdeskundige P. de Boer en calculator H. v. 't Hul
werden daartoe stappen ondernomen.
Kozijnen zijn vervangen