Daar, in de vochtige ochtendkou verruilde hij de klompen voor waterdichte rubberen laarzen; om de hals een gebreide sjaal van moeder de vrouw. Daar kliefden de laarzenridders op Gods akkers, die zij bemest hadden met kalium en stikstof en Thomasslakkenmeel tegen de gevreesde knolvoet per dag wel 4,5 ton kool, stuk voor stuk van de stam. Koolkoningen waren het die met de volle buit tot aan de rode rand van vlet en schuit trots huiswaarts keerden en tussen de middag warm aten van het petroleumstel. Die hun hand geteelde groene juwelen per 25 kg in een traliemand en vaak zelfs nog met een groen exemplaar onder beide oksels de boet indroegen en kool voor kool zorgvuldig op waal zetten. De veertigers van 2,5 kilo, de vijftigers van twee kilo De zestiger van 3 pond en kleintjes van een kilo. Kostelijke vitaminebommen waren die kolen; een volle koolboet genoeg voor vier treinwagons.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2017 | | pagina 18