Voordat het gewoon werd dat een middenstander ook wat vakantie had, was het er
gewoon niet in die tijd. Later eerst drie dagen, voordat het een hele week werd.
De klanten werden dan voorzien, van brood door andere bakkers. In totaal waren er
zeven bakkers op het dorp: wij, bakker Beerse, Groot, Kok, Verkuil, Deen en Hauwert,
wat later werd overgenomen door bakker van der Ham. Bakker Nic Beerse, de opa
van de huidige bakker Hein en pa Kaan waren de bakkers van het Zuideinde.
De andere bakkers zaten meer in het dorp zelf. Dus als bakker Beerse vakantie had,
had pa Kaan het druk en andersom bakker Beerse. Van de vrijdag op de zaterdag
in die week hielpen ze elkaar. Er werd dan dubbel brood gebakken en werd het
nachtwerk, want zaterdag 's morgens moest het brood klaar zijn. Bakker Beerse
en pa Kaan konden goed met elkaar overweg, dus dat was geen probleem. In de
vakantie werd er geen brood aan de deur bezorgd, dat ging toen met de bel en
kwamen de klanten naar de bakfiets aan de weg. Het betalen gebeurde meestal
één keer in de week.
Dirk Verkuil samen met Klaas Kieft
125