"Hoe weet u dat?". Er mocht in die tijd namelijk niet naar de BBC (die Radio Oranje uitzond) geluisterd worden. Met een rood hoofd werden toch de namen ingeschreven... Coi de Wit-Verduin Vanaf mijn vijfde jaar, ik ben geboren in 1946, beginnen de herinneringen, zoals dat wij veel buiten speelden en ook de ruimte daarvoor hadden. En dat we in de vakanties met Bello naar Bergen aan Zee gingen. Eerst met de schuit naar Koedijk, dan uitstappen en verder lopend over de vlotbrug naar het treinstationnetje. Jammer dat dit er niet meer is... Onze school stond in Oudorp en daar gingen we lopend naar toe. Dat deed iedereen uit het Zuidend. En als er sneeuw of ijs lag mochten we overblijven, de stikkebuul ging dan mee. Vlak bij school zongen we van: De school dat is een biggehok, hoezee! Daar lopen allemaal biggetjes op, hoezee! De grootste big staat voor de klas en slaat de kleintjes op hun barst, hoezee! (6x) Padvinderij gebeurde ook in Oudorp. Ik was bij de Gidsen, dat was alleen voor meiden. We gingen in de zomer altijd kamperen. De bestelbus van winkel Mul bracht onze spullen naar de plaats van bestemming en wij met de fiets er achter aan. Na een week weer naar huis, gesloopt en verboefd. En als je zo terug gaat in de tijd dan is er nog veel meer te vertellen. Ik stop er mee want deer komt gien end van. Arie Verduin Ik, Arie Verduin, één van de 11 kinderen van Jan Verduin en Cornelia Meijering, toen wonende op nummer 101 aan de Onderweg (later Benedenweg), zal proberen enkele herinneringen uit mijn vroege jeugd op te halen. Die worden toch wel door de oorlogstijd bepaald. Zo waren er onderduikers en razzia's. Ik weet nog goed dat ik met Henk Brammer, mijn neef Arie Verduin en nog een paar anderen naar de Achterweg ging. Daar lagen Duitse soldaten wat te eten en uit te rusten. Ze hadden Buitenspelen (1948)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2016 | | pagina 73