Vader deed ook klussen voor de ondergrondse, maar sprak daar nooit over. Ook niet met Moeder. In de oorlogsjaren werden er onderduikers opgenomen. Die onderduikers, neef Jaap Meijering en drie vrienden van hem uit Amsterdam, kwamen al ruim voor de oorlog regelmatig bij ons over de vloer. In de vakanties logeerden ze dan in de boet en zorgden voor een hoop lol. Voor Vader en Moeder was het vanzelfsprekend dat deze jongens een veilige plek kregen aan de Benedenweg. Of, als er razzia's waren, bij het molentje van opoe Heinis achter de Veert. Ze hielpen, als het veilig was, volop mee op de akker en hoorden wat ons betreft gewoon bij het gezin. Jeugdherinneringen Wat nu volgt is een greep uit onze persoonlijke herinneringen. Er zijn nog veel meer herinneringen, maar die passen niet allemaal in De Klin. Zoals één van ons al zei bij de voorbereiding: "Déér komt gien end van!" U zult bepaalde onderwerpen vast meer dan eens tegen komen Dat is niet te vermijden, want wat je broer of zus meemaakte, maakte je meestal zelf ook mee. En zoals wel vaker met herinneringen: de één herinnert het zich net ietsje anders dan de ander. Het zij zo. Wij zijn onder hand ook een daggie ouwer geworden tenslotte... Maggie de Wit-Verduin Ik ben de 9e in de rij Verduinen. Ik ben geboren in januari 1943, oorlogstijd. Toen mijn vader mij ging aangeven bij het gemeentehuis te Koedijk was de amb tenaar het niet eens met mijn namen "Magdalena Margriet", want er was net in Canada een prinsesje geboren die ook Margriet heette. Waarop mijn vader vroeg Onderduikers in vrolijker tijden Bakeren bij schoondochter. De baby is Marjon Verduin 71

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2016 | | pagina 72