Buurman Cor Madderom
maakte ter gelegenheid van
het 12,5 jarig huwelijk van
Vader en Moeder een feestrijm.
Daarin sprak hij zijn bewonde
ring uit over Vaders kwaliteiten
als tuinder en harde werker.
Hieronder het bewuste stukje uit dat rijm:
In de afgelopen jaren heb jij verbazend veel werk gedaan
Ik weet er alles van want wij zijn wel samen naar 't land gegaan
Maar zoo konden Piet en ik niet ploeteren, al deden we nog zoo ons best
Maar verliezen moesten wij het van jou met wieden, schoffelen en de rest
's Middags om een uur of vijf, zei Jan dan 'zoo kan het wel weer'
Maar dan ging jij toch weer aan 't werk. Piet en ik ploften op een stoeltje neer
En als ik denk aan die slechte jaren, we weten allemaal hoe het toen was
Wist jij het hoofd boven water te houden, dat vond ik toch wel kras
Een grote bouwerij, en altijd een man [knecht] was toen te duur
En toch overal de boel in orde, dat weet ik heel secuur
Kortom op alle gebied, heb jij in de afgelopen jaren ontzettend veel gedaan
En was jij anders geweest, voor zeker dan was het hier anders gegaan
Moeder was lid van de Vrouwenbond. Het jaarlijkse uitstapje sloeg ze niet graag
over. Moeder was ook alom bekend als "baker", ze hielp bij bevallingen, vaak samen
met dokter Destrée. Ze heeft in haar leven heel wat kindjes op de wereld helpen
zetten, waaronder een flink
aantal van haar eigen
kleinkinderen. In haar
laatste levensjaar heeft ze
nog geholpen toen een van
haar achterkleinkinderen
geboren werd.
Vader op de akker voor het huis
Uitje Vrouwenbond.
Moeder links vooraan.