gelegen pad naar de spoorbrug te komen. In 1947 volgde een periode als mede
werker op het tuindersbedrijf van Bertus Kout. In die tijd was het de gewoonte dat
een werknemer (toen "knecht") zijn loon elk jaar met 20 gulden per maand
verhoogd zag. Na vier jaar kon zijn baas dat niet meer betalen en volgde er ontslag.
In die tijd deed het verhaal de ronde dat er in Luxemburg "goed geld" te verdienen
was. Met elf reisgenoten vertrok Willem naar Fusange. Al gauw bleek dat men daar
niet beter betaalde dan in ons land, dus na drie weken ging het weer huiswaarts.
Terug in Sint Pancras weer los werk, met name op de akker. Willem heeft bij
diverse tuinders, ook wel "bouwers" genoemd, gewerkt. Om er enkele te noemen:
Gerbrand Nieuwland, Anton Wagenaar, Henk Kuiper, gebroeders Wognum en
Willem Keizer. In december 1958 vond hij vast werk als rangeerder bij de
Hoogovens in IJmuiden. Als gevolg van meerdere bedrijfsongevallen met dodelijke
afloop, besloot Willem maar weer het veilige werken op het land op te zoeken o.a.
bij Klaas Wagenaar. Er volgden daarna nog meer werkkringen. Achtereenvolgens
kabels leggen bij de fa. Sterringa en aanleggen van riolering bij de fa. Schot
gedurende 7 jaar, waarbij het meeste werk nog met de hand ging! Vervolgens
werkzaam in de industriële huizenbouw in de Zaan. Door financiële problemen,
als gevolg van mismanagement, liep ook hier zijn dienstverband ten einde (1978).
Willem begon zijn fietsloopbaan op een geleend exemplaar. Vanaf het moment dat
hij ging verdienen, kon hij van zijn gespaarde loon na anderhalfjaar een fiets
kopen. Zijn eerste eigen fiets! In 1951 begon het serieuze fietswerk. Op veel
plaatsen werden er rondes gereden waaraan Willem als het enigszins mogelijk was
deelnam. Zijn fietsmaat in die tijd was Wilhelm Nieuwland. Zij gingen elk weekend
in het wielerseizoen naar koersen tot in Zandvoort aan toe. Het waren de glorie
dagen van bijvoorbeeld Klaas Slot en Harm Ottenbros. Naar alle koersen en
tochten ging het op de fiets. Inschrijven op een toertochl vanuit Bolsward beteken
de tevens 80 km. heen en 80 km. terug!
In de periode 1951-1980 heeft Willem elk jaar de Elfstedentocht gereden, die altijd
tijdens de Pinksterdagen werd georganiseerd. Ook nu weer heen en terug op de
fiets, dus... 80 km. 235 km. 80 km. per keer en dat 10 jaar achtereen. De
overige 20 tochten ging de heen- en terugreis met de auto. In totaal bracht dat
wat deze tochten betrof de teller op bijna 8.600 km. De deelname liep van
50 deelnemers op tot 10.943 deelnemers in 1980! Toen is Willem er mee gestopt...
het werd hem te massaal!