nok gehaald en vastgebonden aan een vrachtwagen die in de Stuimellaan stond
opgesteld. Die ging langzaam rijden en zo werd de mast opgetakeld. Dat was best
een operatie. Daarna konden de wieken met de motor langs de paal naar 15 meter
hoogte worden getakeld. Voor de energieopslag had hij een heel grote oude hef
truckaccu opgescharreld. (Ik las laatst dat iemand afgeschreven accu's van elek
trische auto's wilde gaan gebruiken voor energieopslag van wind- of zonne-energie.
Wat dat betreft lag mijn vader dus bijna 40 jaar voor).
Met tuien werd de mast geschoord aan de garage en de bomen in de tuin en toen
draaien maar. Op een donkere herfstdag ging het echter rond 17.00 uur stormen en
de molen sloeg op hol! Het was druk op de Bovenweg omdat iedereen uit zijn werk
kwam en als die wieken eraf zouden vliegen kon dat levensgevaarlijk zijn. Met een
wiebelende ladder tegen de paal probeerde hij de als een gek ronddraaiende wieken
met een tuidraad te "vangen", wat op zich al een levensgevaarlijke actie was. Gelukkig
liep het allemaal goed af. Zo'n avontuur wilde hij niet nog een keer beleven en
uiteindelijk moest de mast weer naar beneden worden getakeld. Nu was hij echter
topzwaar omdat de wieken en de dynamo nog op 15 meter hoogte stonden en die
kon hij door een storing niet meer laten zakken. Dus weer de vrachtwagen geregeld
en achterin de tuin moeders mooie keukentafel gezet waar de top van de mast op
zou moeten komen liggen zodat de wieken niet zouden verbuigen in het gras.
Misschien snap je het al, maar toen de mast gezakt was tot ongeveer halverwege
kwam er zoveel kracht op de katrol in de nok van de gevel te staan, dat de hele
achtergevel onder het dak vandaan getrokken werd en het dak van de werkplaats
20 cm naar beneden zakte! En de mast donderde dwars door moeders keukentafel.
Avontuur bestond toen nog. Met veel spul en moeite heeft mijn vader toen het dak
weer opgekrikt en de gevel er weer onder gekregen en de boel weer vastgespijkerd.
Ik zie hem nog staan met het zweet op zijn hoofd. De gevaren van zo een grote
molen in de bebouwde kom werd zelfs mijn vader te gek en hij heeft hem uiteinde
lijk aan een Friese boer verkocht die hem graag wilde hebben. Er is zelfs een
krantenartikel aan gewijd. Daar staat in dat als hij zelf op de ruimte had gewoond
hij nog rustig verder geknutseld zou hebben aan een grotere molen waar het hele
huishouden mee van stroom kon worden voorzien. Mijn moeder relativeerde het
allemaal wat: "Voor het geld dat hij aan de molen besteed heeft, had de stroom
rekening voor heel wat jaren betaald kunnen worden". Als je echter ziet hoeveel
windmolens er tegenwoordig in de polders staan, dan zat hij toch aardig op de
goede weg."
164