stopte eigenlijk nooit. Daardoor was het ook geen prater. Hij was erg geduldig en
vond eigenlijk overal en altijd wel een technische oplossing voor. Hij pakte van alles
aan, koolborstels in stofzuigers vervangen, wasmachines repareren, las- en draai-
werk en zoals gezegd, machines maken. Ik herinner me fantastische machinenamen
zoals "bietenzaadvoorweekapparaten" en "aardappelkneuzers" en een "appelboor
machine", waar de bakker rond de kerst erg blij mee was om zijn appelflappen te
maken, als de ijsbaan weer openging, stond hij dagen achter elkaar met vaste hand
schaatsen te slijpen, zijn stofjas aan en een zakdoek voor de mond. Het hele huis
lag dan onder het slijpsel en de werkbank lag vol met schaatsen. Omdat er veel
mensen "de Vries" of "Kooij" heetten, werd in dat geval bij de schaatsen ook de
meisjesnaam van de moeder genoteerd. Als de kinderen de schaatsen dan op
kwamen halen, kon nog even gecontroleerd worden of de juiste schaatsen bij de
juiste "de Vries" terecht kwamen, s' Zomers werden er weer grasmaaiers geslepen,
maar een vaste bron van inkomsten bleef toch altijd de reparatie van kapotte
dashboardmeters die garages uit de wijde omtrek brachten.
Aris Volkers, Piet de Kraker en Rie Volkers ruimen de garage op
162