Het boventerrein was ook ideaal om je vlieger op te laten. Omdat het achterterrein
een stuk lager lag, had je snel hoogte. Zomers stonden hier dan ook diverse zelf
gemaakte vliegers in de lucht. Het waren vliegers met een raamwerk van een
Spaanse riet door het midden gesneden en aan elkaar gebonden met dun touw in
het figuur van een vlieger, en daarna met gekleurd perkamentpapier aan elkaar
geplakt werd. Ook moest er een staart aan natuurlijk, anders slingerde hij alle
kanten op en zou daardoor ter aarde kunnen storten. Je kon de staart eventueel
verzwaren met gras als er te veel wind stond. Maar het kon ook nog gebeuren dat je
vlieger in de bedrading van het spoor kon duiken, als er een onverwachte windvlaag
vat op hem had gekregen. Er zijn daar in die tijd heel wat vliegers in de bedrading
blijven hangen, tot verdriet van de eigenaar.
Ook heeft hier jarenlang op het boven
terrein de kermis gestaan, totdat er
bejaardenhuisjes op gebouwd moesten
worden, die inmiddels alweer vervangen
zijn door seniorenappartementen.
Op het lage gedeelte kwam de Paus
Johannes school en later het dorpshuis.
Die ook al weer vervangen zijn door
woningen.
Zo hadden we ook een hangplek voor de (oude) winkel van bakker Beerse, waar
een hoog hek stond om lekker tegen aan te hangen. Maar je kon niet lang hangen
want je moest aan de bak! Vandaaruit werd er hardgelopen of gefietst. Zo hing er
bij bakker Beerse in de winkel een klok met een grote secondewijzer. Onze tijdklok!
Het ging erom, om zo snel mogelijk fietsend of lopend, het rondje bakker Beerse af
te leggen. Dat rondje ging als volgt: start bakker Beerse, gelijk linksaf het laantje
van Jaap van Etten in, (is nu Kruissloot) naar de Benedenweg, dan linksaf naar het
laantje van Jan Wester en dan linksaf de Bovenweg weer op, wat toch wel wat
Cor de Wit (Colle) links en Theo Zonneveld
(Kakkie) voor het kermisterrein.
Een stukje schiettent nog net zichtbaar.
151