als wij er niet speelden. Onder schooltijd dus. Van het voetbalterrein werd erg
veel gebruik gemaakt, s Avonds moest je er voor zeven uur zijn, want dan werd
er getost. Kwam je na zevenen, dan was je te laat en kon je niet meer mee doen.
Dit kwam doordat er in het overwegend katholieke gedeelte van het dorp veel
kinderen werden geboren en vol is vol.
Voetbalvereniging Kolping Boys uit Oudorp spon hier garen bij, want verschillende
elftallen bestonden in die tijd uit Zuidenders. Hieronder een elftalfoto met acht
jongens van het Zuideinde.
Het bovenste gedeelte werd, waar de zandbak, de schommels en de wippen stonden,
gebruikt om te knikkeren door jongens en meiden. En dat ging soms met het mes
op tafel, zo fel als dat ging. Er waren natuurlijk altijd verliezers en winnaars en
het gebeurde dan ook weieens dat zo'n verliezer het niet kon verkroppen en dan
het woord RAUZEN riep. Dan wist iedereen dat je je op de tet (de plek waar alle
knikkers in stonden) moest werpen om je ingezette knikkers of meer, eruit zien te
halen. Je kon dan ook het beste in de buurt van de tet blijven staan, maar je moest
natuurlijk ook een keer werpen en dan stond je bij de meet een aardig stuk bij de
tet vandaan. De tet was dan al leeg als er gerausd werd.
Een jong sterrenelftal. Bovenste rij v.l.n.r. Nick Ursem, Nick Tamis (dikke), Ren Louwen, Piet Grootjes,
Gerard Wiggemansen, Dirk Quant, Mat de Wit (maarten) en geleider Wiggemansen.
Onder v.l.n.r. Kees Kieft, (kachel), Nick Venneker. Hans Klanker (karre), Ben Nuyens, Kees Woestenburg.
150