Ten tijde dat de stoomlocomotieven nog reden, kon
de boerderij niet verzekerd worden vanwege het
brandgevaar van het rietendak. De verzekerings
maatschappijen vonden het risico te groot.
Toen de boerderij in handen kwam van de familie
Klanker, moest er heel wat gebeuren. De boerderij
verkeerde in een erbarmelijke staat van onderhoud,
waarbij het ook binnen de boerderij even "hokkerig"
en smerig was.
Het moest opnieuw met riet bedekt worden, de
kozijnen waren verrot en de muren waren in slechte
staat. Dan de binnenmuren en binnenwanden,
Het meertje van Leijen waarvan sommige bestonden uit houten sinaas
appelkistjes, bekleed met jute en behang. Het leek
Dick daarom het beste om alles maar te slopen, wat eigenlijk niet de bedoeling
was. De voorgevel was vroeger witgeschilderd en de familie Klanker wilde die weer
zo hebben. Daar kreeg men echter geen toestemming voor, de gevel moest steen-
kleurig worden. Mede daardoor en de slechte toestand van de gevels heeft men
toen gekozen voor algehele sloop van de boerderij.
Het rieten dak dat ook vernieuwd moest worden zou te duur worden. De sporen
waren aangetast door houtworm. Al met al een fikse tegenvaller. Daarom koos
men voor dakpannen in plaats van riet, om de kosten te drukken.
Vergunningen voor sloop en herbouw moesten er komen. Maar eerst een vergun
ning voor de bouw van een aangepaste garage/schuur om tijdelijk in te wonen.
Zodra dat gereed was,
kon begonnen worden
met sloop en herbouw
van de boerderij. Alles
werd gesloopt en van
fundering tot en met het
dak is alles verwijderd.
Alleen het vierkant is
Het overgebleven vierkant met de nieuwe gevels.
Rechts hiervan de garage/schuur als voorlopige woning.
142