Vanaf de jaren zeventig zijn er dan ook diverse subsidies verstrekt om de
Twuyvermolen te onderhouden c.q. te restaureren. Om de zoveel jaar lezen we over
herstelwerkzaamheden aan het gevlucht, de kap of de rietbedekking. De laatste
grote ingreep heeft, zoals eerder gezegd, plaatsgevonden in 2010. Opvallend is dat
in alle stukken steeds, naast de noodzaak de molen als seinmolen te behouden, als
belangrijk argument wordt aangedragen dat de molen nog een belangrijke functie
zou kunnen vervullen met betrekking tot het onderhouden van het waterpeil.
Met name dan in die perioden dat er sprake is van een noodsituatie. "In tijd van
nood, bij uitgevallen normale bemaling of bij distributie van brandstof cq
elektriciteit zouden de beide molens A en D een gebied van 1128 ha boven water
kunnen houden", aldus een citaat uit een uitgebreid rapport over "de nieuwe
mogelijkheden met betrekking tot een cultuurmonument" (mei 1982).
Eerlijk gezegd zijn wij van mening dat die ambitie (ingegeven door de oliecrisis?)
wat te hoog gegrepen is. Het is niet meer reëel om te denken dat de Twuyvermolen
nog daadwerkelijk een belangrijke bijdrage in de waterhuishouding kan gaan
leveren. Desalniettemin hopen we wel dat het weer mogelijk wordt om met de
molen het water op te malen. De nieuwe vijzel met heel het gaande werk is toch
niet voor niets met gemeenschapsgeld enkele jaren geleden geplaatst! Voor ons
dient het echter vooral een educatief doel. Zoals we in een mini bedrijfsplan
bestemd voor de gemeente schreven: "Kort samengevat is het doel om bezoekers
het verhaal te vertellen van de molen, de historie van de polder en de geschiedenis
van Langedijk".
Hoe mooi is het dan om
ook daadwerkelijk te
kunnen laten zien hoe de
molen het water omhoog
brengt en welke krachten
er werkzaam zijn en
hoe ingenieus heel het
mechaniek van de molen
in elkaar steekt.
De Twuyvermolen mag dan zijn oorspronkelijke functie zijn kwijtgeraakt, iets van
Bovenwiel en bovenbonkelaar