hen was Siem Wognum. Ze werden gepakt en een overvalwagen ingeduwd. Een van
die Duitser kreeg ons in de gaten. Dat stond hem niet aan en hij begon in de lucht te
schieten. We werden bang en holden naar huis. Toen ik mijn moeder vertelde wat we
zojuist gezien hadden, werd ze boos. 'Jullie blijven als je uit school komt thuis,' zei ze,
'het is veel te gevaarlijk.'
Het laatste jaar van de oorlog kwamen er in het dorp veel mensen langs voor eten.
Ze kregen bij iedereen wel wat aardappelen en groente, maar sommigen hadden de
pech dat ze op de terugweg naar huis Duitse soldaten tegenkwamen. Die pakten alles
wat eetbaar was van ze af.
In die tijd was er ook de gaarkeuken, waar je soep en pap kon halen. Als de
melkbussen met pap leeg waren, mochten de mensen die om eten vroegen de bussen
leegschrapen. Ik zie ze nog: mannen die het niks kon schelen dat hun hemdsmouwen
onder de pap zaten.
In de zesde klas kreeg ik meester Monster. Hij was onze klassenleraar en zat in het
ondergrondse verzet. Het kwam nogal eens voor dat hij van vermoeidheid op zijn
stoel voor de klas in slaap viel en dat wij dan achter in het lokaal 'Engelse kruiwagen'
deden. Thuis hadden wij op de dars een geheime radio, 's Avonds kwamen de buren
en luisterden we met elkaar naar radio Oranje, dat in Londen uitgezonden werd.
De uitzending begon altijd zo: 'Hier radio Oranje!' Daarna volgden de berichten over
het verloop van de oorlog. Ook hadden we stiekem elektrisch licht. De stroom werd
opgewekt met de tractor van buurman Booi.
Vlaggetje
Op de avond van de 4e mei van het jaar 1945 hadden we ons verzameld bij de Witte
Kerk. Daar zagen we de aftocht van de Duitse soldaten. Lange rijen mannen liepen of
fietsten langs en ze keken bar chagrijnig. Op een gegeven moment begonnen ze in
de lucht te schieten. We zaten op het hek van meester de Ruiter en lieten ons van
schrik zo achterover in de tuin vallen. De lol was er vanaf en we gingen snel naar
huis. De volgende morgen was het 5 mei. De bevrijding was een feit, maar op weg
naar school bleven we voorzichtig. Het roodwitblauwe vlaggetje hielden we verborgen
onder onze jassen. Toen we in het dorp waren en alles veilig bleek, haalden we onze
vlaggetjes blij tevoorschijn.
Elly van de Streek