nisch, de Spaanse griep te hebben overleefd. Jantje Tromp bleef achter met 12 kinderen, waarvan de oudste Bram, 18 jaar, de zorg over de boerderij kreeg. In het begin verbouwde men ongeveer 25 hectare, maar later werd dit zo'n 40 hectare. Ondanks de slechte opbrengsten hielden zij vol. De grond had veel mest nodig en dan nog werd het niet beter. Kostbaar en arbeidsintensief. Ook leed het land aan de zgn. ontginningsziekte. Jaren lang konden zij de oorzaak niet vinden. Pas veel later kwam men erachter dat de planten naast mest en water ook een beetje koper nodig hadden om te groei en. Prof. Elema was hier de ontdekker van en na het strooien van kopersulfaat verdween de ziekte. Bram heeft tot aan zijn huwelijk in 1926 de leiding van de boerderij gehad. Ondanks alle problemen en tegenslagen wist hij er samen met de steun van zijn moeder financieel bovenop te komen. Een prestatie waar de hele familie hem dankbaar voor was. Na Bram kreeg Kees de leiding en na hem, nam Piet het over. Tot op de dag van vandaag is de familie Schoon nog steeds te vinden in Zeijerveld. De 3e generatie gaat verder met wat hun grootouders en later hun ouders hebben opgebouwd. Op de Langkat-hoeve woont en werkt nu Bram Schoon een zoon van Piet en op de Tumuli-hoeve nog een zoon, met dezelfde naam als zijn vader. Ook op andere boerderijen is de familie Schoon aanwezig. 4 van de toenmalige 14 boerderijen zijn in handen van het geslacht Schoon. Doorzetters van het eerste uur die van geen opgeven wilden weten. Net als veel andere families die een nieuw leven probeerden op te bouwen in dat verre Drenthe, hadden Jacob Tromp en Geertje Duif het ook zwaar en moeilijk. Lang niet iedereen slaagde erin om een bestaan op te bouwen. Toen Jacob Tromp overleed (iets later dan Pieter Schoon) besloot Geertje Duif bedroefd en teleur- Tumuli-hoeve 110

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2015 | | pagina 109