nood te lenigen door middel van werkverschaffing en zag in het ontginnen van
turfgronden een oplossing voor het werkloosheidsprobleem. Ten gevolge van de
Eerste Wereldoorlog was de kolenaanvoer naar Nederland gestagneerd en waren de
turfprijzen in 1921, bij aanvang van het project, nog hoog genoeg om tot ontginning
van deze gronden over te gaan.
Op respectievelijk 16 maart en 7 april 1921 besluiten de gemeenteraden van Sint
Pancras en Koedijk om een gezamenlijke regeling ter bestrijding van werkloosheid
en het vervenen van land. Dit besluit valt na een proef in 1919 of het veen winbaar
was. Voor beide gemeentes werd door twee raadsleden en een wethouder plaats
genomen in de Veencommissie die de vervening op poten zou zetten. Uit Koedijk
waren het de heer C. Beets, die het voorzitterschap van de commissie voerde, en de
heren W. de Geus en A.J. Verduin. Uit Sint Pancras waren de heren J. van Kampen,
D. Kloosterboer Jzn. en J. Schuit de gedelegeerden. De heer van Kampen had de
dagelijkse leiding en was benoemd tot secretaris-penningmeester.
onze Luchtftreek zeer gezonde brand.
Het is zeker, dat wy een deel van den grond van ons Land
geduurig verbrandenen dat door de toeneemende overdaad
thans meer Turf verflonden wordt dan in fpaarzaamere tyden.
't Is mede zekerdat noch de hoogenoch de laage Veenen
wederom aangroeijenof ten minden is die aangroei van geen
belang.Uit dit .al les volgt immers dat de Turf van jaar tot
jaar moet verminderen. Zouden wy dan niet trachten die ver.
mindering te vergoeden door Houcplantingen Meest alle onze
Duinen, en veele andere tot akkers of weiden ongefchlkte
gronden zyn immers ook zeer gefchikt voor Houtplantingen.
Maar als wy dan eens de uitgedolvene landen niet indykten
en uitmaaldenzou dit dan ook al niet een zeer fchadelyk en
gevaarlyk verzuim zyn? In uitgedolvene waterpoelen en moe-
rasfen kunnen immers geene menfehen woonenen in de Volk-
rykheid beftaat het vermogen van eenen Staat
Koedijker-raad. Zo werd door de heer van der Woude geopperd dat het bij het
moment van oprichting nog wel rendabel was (er werd toen fl. 10,50 4,76) voor
1000 turven betaald) maar wat zou er gebeuren wanneer de prijs zou zakken?
De heer Hart zag er geen werkverschaffingsproject in en de heer Mulder zou graag
De idee achter
het opzetten van
deze organisatie
was om werklozen
betaald werk te
geven. De te werk
gestelden zouden
turf produceren
die dan weer door
de gemeente zou
worden verkocht.
Bij het op poten
zetten van de
organisatie waren
er nog wel wat
kritische noten
te horen in de
Turf Is een zeer verwarmendefchooneduurzaame en In