'Ik vond het boekje wél heel herkenbaar', zegt dochter Judith Dens (1965). 'Er
woonden in de wijde omtrek verder geen zwarte mensen. Zelfs op de middelbare
school in Alkmaar waren mijn zus en ik de enige twee zwarte leerlingen. We werden
vaak uitgescholden voor Zwarte Piet. Ik was tien toen Suriname onafhankelijk werd
en we rotopmerkingen over terug naar eigen land kregen. Mijn vader moet dat ook
hebben meegemaakt, maar daar sprak hij niet over. Hij vermeed contact met andere
Surinamers omdat hij bang was dat dit aansluiting bij de Nederlandse samenleving in
de weg zou staan.'
Op de rouwkaart stond in 2008 het motto dat Sip Dens op een papiertje altijd bij
zich droeg: 'Wie ophoudt met aardige dingen te zeggen, houdt op met het denken
van aardige dingen.'
Dit artikel is door auteur Rudie Kagie voor publicatie in De Klin beschikbaar gesteld
als dank voor de bemoeienis/onderzoek van Jan Steltenpool om hem in contact te
brengen met de in het artikel genoemde personen.
Rudie hartelijk dank voor het mogen plaatsen van dit artikel.
De redactie
25